Bedrijventerreinen: blinde vlek in overheidsbeleid

 

Nederland telt zo’n 3400 reguliere bedrijventerreinen, en die zouden veel meer kunnen doen aan onder meer de energietransitie en het toewerken naar een circulaire economie. Eind 2023 bracht de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) zijn advies ‘Samen werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen’ uit. In dit advies betoogt de raad dat bedrijventerreinen te lang een blinde vlek zijn geweest in het overheidsbeleid. De laatste jaren groeit de beleidsmatige aandacht voor bedrijventerreinen wel, maar een cruciaal aspect blijft daarbij onderbelicht: verduurzaming.

Verduurzaming is niet alleen onvermijdelijk, het biedt ondernemers én de samenleving ook veel meerwaarde. Veel van de benodigde duurzaamheidsmaatregelen kunnen bedrijven zelfstandig nemen, maar voor een groot aantal is georganiseerde samenwerking op bedrijventerreinen cruciaal. Zonder hulp van de overheid krijgen ondernemers deze samenwerking onvoldoende van de grond. Daardoor blijven cruciale kansen onbenut.

Vier tot zes megaton minder CO2

Wat kan verduurzaming opleveren? De Rli heeft er nauwelijks harde cijfers over kunnen vinden, maar onderzoek van ingenieursbureau Royal HaskoningDHV laat veelbelovende uitkomsten zien. Alleen al bij 350 grotere energie-intensieve bedrijventerreinen kan het in 2030 vier tot zes megaton aan CO2-uitstoot schelen als er energiehubs komen, waarin bedrijven samenwerken bij het opwekken, opslaan en verbruiken van energie. Dat zou een reductie betekenen van drie à vier procent van de huidige emissies in heel Nederland.

Uiteenlopende belangen

Op slechts 20 procent van de bedrijventerreinen hebben de gebruikers ervan zich georganiseerd, volgens de Rli onder meer omdat samenwerken tijd kost, en ook omdat bedrijven vaak uiteenlopende belangen hebben. Maar zonder samenwerking valt er weinig te bereiken op het gebied van duurzaamheid. Want, zo schrijft de Rli ter illustratie, als een bedrijf nestkastjes ophangt, helpt dat de biodiversiteit meer vooruit als overal op het terrein ook ruimte wordt gemaakt voor groen. Daarom wil de Rli bedrijven stimuleren en uiteindelijk zelfs wettelijk verplichten zich te organiseren. Zo’n verplichting ligt juridisch ingewikkeld, maar het kan als het ‘noodzakelijk en proportioneel’ is. En gezien het belang van verduurzaming is volgens de Rli aan die juridische voorwaarde voldaan.

Labels

Intussen moet het Rijk een ‘toekomstbeeld’ schetsen van hoe een bedrijventerrein eruit moet zien. Dat moet uitgewerkt worden met labels. Van G (‘nauwelijks duurzaam’) tot en met A (‘volledig duurzaam’) – naar het voorbeeld van de energielabels –, met heldere en meetbare normen. Regenwater wordt niet afgevoerd, maar lokaal opgevangen, kan zo’n doel luiden. Een bedrijventerrein dat daar volledig in slaagt, kan tien punten krijgen; waar 90 procent opgevangen wordt, worden negen punten verdiend enzovoorts.

Verder lezen: Rli brengt advies uit over verduurzaming bedrijventerreinen

Verslag werkbezoek minister De Jonge & MooiNL aan Dordtse Kil

 

Nederland telt zo’n 3400 reguliere bedrijventerreinen

Reguliere bedrijventerreinen

3400

Grotere energie-intensieve bedrijventerreinen

Alleen al bij 350 grotere energie-intensieve bedrijventerreinen kan het in 2030 vier tot zes megaton aan CO2-uitstoot schelen als er energiehubs komen

350