Nieuws | 16 mei 2024 | Leestijd 2 minuten
PBL: leer van Vinex voor toekomstige grootschalige nieuwbouw
De Vinex-wijken die zijn gebouwd rond de afgelopen eeuwwisseling, ontwikkelen zich steeds meer tot eenzijdige woonwijken met vooral plaats voor gezinnen met een hoger inkomen. Deze wijken passen zich maar beperkt aan de veranderende woonbehoeften van hun bewoners, bijvoorbeeld wanneer kinderen het huis verlaten of als de bewoners ouder worden. Dat constateert het PBL na onderzoek naar de nieuwbouw en verhuispatronen in de Vinex-wijken in de laatste vijftien jaar.
Les voor toekomstige grootschalige wijkontwikkeling
“De belangrijkste les voor toekomstige grootschalige wijkontwikkeling is dat beter moet worden nagedacht over de functie en samenstelling van de wijk op de lange termijn”, aldus Christian Lennartz, projectleider van het onderzoek. Het woningbouwbeleid tussen 1995 en 2005 beoogde met de ontwikkeling van Vinex-wijken kwalitatief hoogwaardige woonwijken aan de stadsranden te creëren, specifiek gericht op stedelijke middenklasse gezinnen. De nadruk lag daarbij voornamelijk op grondgebonden woningen – rijtjeshuizen – in de koopsector.
In de studie van PBL komt naar voren dat de woningvoorraad in de periode 2008 tot 2020 vooral werd aangevuld met de bouw van grotere en daarmee duurdere eengezins-koophuizen. Voor minder welgestelde en niet-gezinshuishoudens werd met de verdere nieuwbouw in de Vinex-wijken nauwelijks voorzien: “We zien dat woningeigenaren vaker doorschuiven naar een nog groter en duurder huis binnen dezelfde wijk. Starters en de groeiende groep ouderen maken vanwege de steeds eenzijdigere woningvoorraad daarentegen nauwelijks kans om in de wijk een gepaste woning te vinden.”
Het PBL concludeert dat uit deze ontwikkeling een aantal belangrijke lessen te trekken zijn. Allereerst zou het verstandig zijn als beleidsmakers, projectontwikkelaars en woningcorporaties een heldere visie formuleren op de functie van de nieuwbouwwijken op de lange termijn. Daarbij dient ook in kaart gebracht te worden hoe deze wijken zich verhouden tot andere woongebieden in de stadsregio. Onderzoeker en projectleider Christian Lennartz: “Er is tegenwoordig veel aandacht voor segregatie en uitsorteringsprocessen op stedelijke woningmarkten. Om te kunnen begrijpen in hoeverre grootschalige nieuwbouwwijken hier een rol in spelen lijkt het ons zaak om goed te blijven kijken wie naar deze duurdere locaties verhuizen, vanuit welke stadsdelen de nieuwe bewoners komen en wie in armere wijken achterblijven.”
De studie toont daarnaast aan dat beleidsmakers vanaf het begin beter rekening moeten houden met de veranderende woonbehoeften van verschillende bewoners, zoals de groeiende groep ouderen of volwassen kinderen die het ouderlijke huis verlaten. Een meer flexibele inrichting van de wijk waarbij mogelijkheden open blijven om de wijk aan die (veranderende) behoeften aan te passen sluit hierbij aan. Keuzes over woningvoorraad en beoogde bevolkingssamenstelling bij het intekenen van de nieuwe wijken bepalen sterk of beleid een koerswijziging kan doorvoeren.