Door de tijdschalen heen
Momenteel werkt Van Buuren als onderzoeker en ontwerper bij Wageningen Environmental Research. Hij werkte onder meer aan project NL 2120 een natuurlijkere toekomst voor Nederland in 2120. Vanuit verschillende kennisvelden is er een perspectief van Nederland in 2120 gemaakt. “Belangrijk hierbij is het ontwerpen door de tijdschalen heen. Het kijken naar de verre toekomst vertelt je iets over de keuzes die vandaag gemaakt moeten worden. Deze manier van denken is met de grote opgaven waar we voor staan heel belangrijk.” Het gedachtengoed ‘water en bodem sturend’ is leidend geweest bij het maken van deze kaart. Al ziet Van Buuren het liever breder verwoord. “Ik spreek liever over het sturend zijn van natuurlijke processen, want het gaat over meer dan water en bodem, ook over lucht en over levende organismen bijvoorbeeld.”
Binnenkort gaat hij met een team aan de slag met Nederland in 2050. “We willen met dat perspectief onder meer de urgente beleidsbeslissingen van nu in beeld krijgen.”
Nederland is nooit klaar
Onderzoek doen is belangrijk. Maar onderzoek doen om daarmee besluiten over uitvoeren uit te stellen, daar is Van Buuren wars van. “We moeten nú doen wat we al weten. Laat het betere – wat we misschien nog niet weten – geen vijand worden van het goede wat we nu al wel weten om met de aanpak van de grote uitdagingen te beginnen. Mensen zijn te veel gaan denken in de trant: ‘we hebben een probleem, we lossen het op en dan zijn we klaar’. Maar Nederland is nooit klaar. De opgaven van nu zijn zo complex die los je niet op via een vooraf uitgetekend lineair proces. Onderweg gebeurt er van alles, waardoor je anders dan vooraf bedacht voort moet. Dat is niet erg. Veel erger is het om niks te doen, want dan worden de opgaven die spelen alleen maar groter. Ook in de drieslag van denken over kwaliteit van Vitruvius – gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde – zit die dynamiek van ‘nooit klaar’. Dat vind ik er heel mooi aan.”
Uitwisseling tussen denkers en makers
De uitwisseling tussen denkers en doeners moet je goed organiseren, zoals destijds gebeurde bij het programma Ruimte voor de Rivier. “Mensen zeggen wel eens dat het succes van dat programma voortkwam uit de dubbeldoelstelling waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit. Maar daar ging iets aan vooraf. De maakorganisaties, zoals Rijkswaterstaat, werkten samen met de denkers van het ministerie van VROM. De verantwoordelijke bewindspersoon – Melanie Schultz – stimuleerde die samenwerking en geloofde ook in ontwerpend denken. Het was deze wijze van samenwerken die tot kwaliteit heeft geleid.”
Leren van de doeners
In de rol van Op Pad-Reisleider Landbouw & Natuur (verweven) hoopt Van Buuren op regionaal niveau te leren van wat daar gebeurt. “Kwaliteit krijgt namelijk pas vorm op de plekken waar vernieuwing en verandering plaatsvindt.” Hij hoopt dat er ook aandacht is binnen de vernieuwende projecten voor reflectie, zodat kennis weer meegenomen kan worden bij een volgend project of bijvoorbeeld in de aanscherping van provinciaal of rijksbeleid. “Er bleef de laatste jaren veel kennis en ervaring onbenut, met de komst van Mooi Nederland en Platform Ontwerp NL gaat het weer de goeie kant op.”