“Achter het voormalige stadhuis lag het eerder genoemde parkeerterreintje. Tussen het oude stadhuis en het nieuwe gebouw is een grote glazen overkapping gemaakt. Hierin zit nu een gemeentelijk loket, een expositieruimte en een bibliotheek. Er zijn allemaal loopbruggen aangebracht, waardoor oud en nieuw met elkaar zijn verbonden. In de zeventiende-eeuwse raadszaal, een prachtig monumentale ruimte, is voorzichtig een kleine uitsparing gemaakt waardoor een museale route door het hele gebouw kon worden gecreëerd. Die route gaat ook naar de toren: daar kun je zowel de nieuwe constructie als de oude constructie goed zien.
De overkapping van het parkeerterrein heeft een heel interessant atrium opgeleverd en een paar nieuwe gevels. Eén gevel zit in een zijstraatje, waar vrij lage bebouwing is, terwijl het atrium ongeveer op de dakrand van het stadhuis zit: een meter of vijftien hoog. In dat straatje, waar vroeger de ingang van het parkeerpleintje zat, staan relatief kleine huisjes: één laag met een kap. We hebben als adviescommissie veel met de architect zitten sparren om ervoor te zorgen dat er een passende aansluiting ontstond.
Aan de andere kant is een gracht; daar heeft de architect twee nep-trapgevels ontworpen. Daarnaast zit een open ruimte met groen. Dit is een lunchplek voor mensen die in het cultuurcentrum werken en een semipublieke extra ingang. De nieuwbouw is geen toparchitectuur, maar juist omdat het oorspronkelijke monument zo glorieus boven de omgeving uitsteekt, is het goed dat de architectuur van de nieuwbouw relatief bescheiden en onuitgesproken is.
Het gehele ensemble van oud en nieuw vormt nu het Cultuur Historisch Centrum De Tiid, met onder meer zaalverhuur, een museum en een café-restaurant. Iedereen is er erg blij mee.”