In het wiel van Van Lohuizen
Wat wij deden noemen we, bij gebrek aan een beter woord, journalistieke planologie. En we spiegelden ons aan Van Lohuizen, de man die samen met Van Eesteren de Amsterdamse Westelijke Tuinsteden schiep en die wordt beschouwd als een van de grondleggers van de Nederlandse planologie.
Onderzoek doe je wandelend en op de fiets, vond Van Lohuizen, en je verzamelt niet alleen cijfers en kaarten, maar gebruikt ook je verbeeldingskracht en intuïtie om ‘tendenties voor de toekomst’ op het spoor te komen.
Ruimtelijk onderzoek staat of valt met kijken. Lopen en kijken, fietsen en kijken, rijden en kijken, zitten en kijken. Natuurlijk moet je ook veel praten, zowel met burgers als deskundigen, en moet je oude en nieuwe rapporten lezen, feiten opsporen en data analyseren, maar je moet steeds terug naar het gebied om te kijken. Er is maar één ruimte en die ruimte is geen tabula rasa. Alles wat er is, is er met een reden: je moet erachter komen wat die reden is. Door te zoeken en te vragen.
Zo kwamen we tot drie scenario’s voor de sluiting van start- en landingsbanen, met sluiting van de Aalsmeerbaan op nummer één. Ook verzamelden we een reeks oude en nieuwe ideeën, van een internationaal treinstation tot een bruggetje over de Ringvaart en van gecombineerde huisvesting voor migranten en jongeren tot een Schipholscheg.