Pieter de Wolf is projectleider Boerderij van de Toekomst en WUR-onderzoeker. De locatie waar hij werkt is bijzonder te noemen vanuit zowel historisch als huidig perspectief. Bij het droogvallen van de Flevopolder, begin jaren’70 van de vorige eeuw, is een aantal locaties voor landbouwinnovatie en -onderzoek aangewezen. De Boerderij van de Toekomst – nu gedragen door Provincie Flevoland, ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Wageningen University & Research (WUR) – is een van de laatste, overgebleven locaties uit die oorspronkelijke reeks. Doel van dit proefstation en het hier uitgevoerde onderzoek lag van meet af aan in de landbouw. Een bijzonder aspect daarin is de nagestreefde combinatie van een onderzoeksfaciliteit met een actief akkerbouwbedrijf. Dat komt voort uit de ambitie om een ‘platform te zijn voor ketenpartijen, landbouworganisaties, overheden en maatschappelijke organisaties om de discussie te voeren over het huidige grote economische systeem waar de landbouw onderdeel van is’. Het proefstation probeert dus een verbindende schakel tussen onderzoek en praktijk te zijn en niet een uitsluitend wetenschappelijk ‘reservaat’. Dat is ook zichtbaar omdat vertegenwoordigers van de brancheorganisatie (BO) Akkerbouw in de programmaraad zitting hebben. Aanvullend zijn agrariërs vertegenwoordigd in themagroepen (met onderwerpen als agro-ecologie, energie, mechanisatie, reststromen/kringlopen en verdienmodellen) die de boerderij inhoudelijk adviseren. Ook via klankbordgroepen en (fysieke) workshops wordt voortdurend de relatie tussen innovatie en praktijk gezocht. Die strategie is belangrijk, zo niet noodzakelijk, gezien die de grote veranderingen die de landbouwsector doormaakt én nog staat te wachten. Kringlooplandbouw staat daarbij centraal; een vorm van landbouw die ‘in staat is om in harmonie met mens, maatschappij, natuur en landschap te functioneren en die de boer een gezond inkomen biedt gericht op langdurige continuïteit.’
Zo wordt hier dagelijks bij Lelystad gezocht naar en getest voor een landbouw die klimaatrobuust is door een weerbaar systeem dat minimaal gebruik maakt van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest, en tegelijkertijd maximaal inzet op circulaire stromen om planten- en bodemvoeding mogelijk te maken. En dit alles liefst zonder gebruik van fossiele energiebronnen. Al deze inspanningen zijn pas echt geslaagd wanneer het concept van de boerderij uiteindelijk in eigendom komt van haar stakeholders (lees: boeren) die het in de praktijk kunnen gaan toepassen.
De boerderij maakt intussen vorderingen en slaagt er goed in om boeren mogelijke alternatieven van duurzame landbouw in de praktijk te tonen. Op een deel van het areaal wordt met het FieldLab (25 ha) een ontworpen vorm van kringlooplandbouw gedemonstreerd. Een vorm van strokenlandbouw met smallere stoken waarop meer gevarieerde gewassen groeien. Die variatie is gunstig voor biodiversiteit van de akker én de omliggende natuur. Telling en metingen tonen aan dat er wel driemaal zoveel soorten fauna en flora voorkomen. Boeren kunnen hier met eigen ogen aanschouwen wat een .meer duurzame praktijk van land verbouwen oplevert. Deze ruimte om te experimenteren en (ook) fouten te maken heeft een regulier boerenbedrijf immers niet. Boeren wordt ook aangemoedigd elementen uit de proeven toe te passen in het eigen bedrijf.
Terwijl De Wolf de kansen en bereikte resultaten uitlegt laat een participerende boer op de achtergrond zien hoe hardnekkig een transitie soms kan zijn. Met een grote machine worden de bermen gemaaid en geklepeld. Het resultaat is ongetwijfeld netjes, maar deze praktijk is redelijk funest voor de beoogde biodiversiteit. De Wolf, droogjes: ‘Niet iedereen is nog overtuigd en we hebben het zelfs hier nog niet helemaal onder controle…’
https://farmofthefuture.nl