Verslag | 6 november 2023 | Leestijd 8 minuten

Op pad met MooiNL @ DDW

Energie & economie Landbouw & natuur Steden & regio's Belevingswaarde Gebruikswaarde Toekomstwaarde

Op de Dutch Design Week 2023 was de urgentie dat Ruimtelijke kwaliteit leidend moet zijn meer dan ooit voelbaar. MooiNL nam een groep partners mee langs diverse presentaties van ontwerpend onderzoeken, grootschalige pilots (waaronder Building Balance) en serious gaming. “Gaan we de bedrijvigheid die hier niet past afwentelen naar andere locaties?”

Marieke Berkers

Journalist

In 2022 nam Anne van Kuijk, Adviseur Omgevingskwaliteit van de provincie Noord-Brabant, het net gestarte team van Mooi Nederland mee op een excursie langs inspirerende voorbeelden van de Dutch Design Week. Precies een jaar later staat Van Kuijk wederom klaar. Dit jaar sluiten zo’n 25 partners van MooiNL aan. “Het is ongekend wat er in een jaar tijd gebeurd is, omdat het Rijk gezegd heeft dat het Ruimtelijke kwaliteit weer op de agenda zet!” Overal in het land leidde dat tot een gevoel van urgentie dat bij opgaven zoals de woningbouw of de verduurzaming van onze energie en economie Ruimtelijke kwaliteit leidend moet zijn.

Learning community

Deze excursie bewijst ook hoe belangrijk de inspanning van MooiNL is geweest om met elkaar op pad te gaan en zo het ontstaan van een lerende gemeenschap te stimuleren. Het gevoel onderdeel uit te maken van een lerende gemeenschap zorgt ervoor dat gesprekken worden gecontinueerd, in plaats van steeds opnieuw opgestart. Daardoor blijven deelnemers niet hangen in de waarom-vraag, maar bespreken ze vooral met elkaar hoe op gebiedsniveau concreet aan de slag te gaan.

De stem van water

Neem de Embassy of Water, de eerste stop die het gezelschap aandoet. In een serie kassen op het Eindhovense Stadhuisplein illustreren verschillende projecten de urgentie van het overstappen van een mensgericht omgang met de watercyclus (we onttrekken, gebruiken en lozen water) naar een levensgerichte aanpak (we lenen, hergebruiken en herstellen water). Het principe ‘water en bodem sturend’, dat de overheid in een kamerbrief van 2022 introduceerde, resoneert flink door in de vakgemeenschap, maar wordt nog steeds erg technisch ingevlogen. Men ziet water als een product. Wat als water een stem krijgt aan de gesprekstafel; als iemand de belangen van water representeert? Dat zal tot heel andere beslissingen leiden bij het werken aan spelregels hoe in gebieden tot de juiste keuzes te komen.

Spanningen in de ruimte

Even later bij een wandeling langs de Dommel onder leiding van Loes van Wolferen, MooiNL-coördinator ‘Groen en gezond leven in de stad’, blijkt het Eindhovense water al flink van zich te laten horen. De achter het stadhuis stromende beek kreeg volop groene oevers en werd toegankelijk gemaakt voor recreatie. De Ruimtelijke kwaliteit van de ingreep is meteen ervaarbaar. Zo’n stevige keuze voor een groene leefomgeving zorgt echter ook voor ruimtelijke spanningen. Want naast natuur plande de gemeente ook een woningbouwopgave van ruim 15.000 woningen langs de beek. Hoe integreer je die zodanig dat de nieuwbouw de natuur niet in de weg zit? De gemeente gaf aan ontwikkelaars als eis mee dat zij per project verplicht acht procent groen moesten ontwikkelen. Sturing hierop vindt plaats bij de toetsing van de benodigde omgevingsvergunningen.

Buiten de eigen grenzen denken

De Dutch Design Week is niet alleen een toonkamer van mooie projecten, maar ook van slimme tools. In de paviljoens van Plug In City op Strijp-S presenteren Joline Snel van Charles Aangenendt van MooiNL in samenwerking met Mark Spanjers en Tessa Dwyer van de provincie Brabant inrichtingsconcepten voor de ontwikkeling van grootschalige bedrijventerreinen met maximale maatschappelijke meerwaarde. De ontwerpbureaus Felixx en Posad maakten een maquette die dienstdoet als serious game. Snel en Michiel Van Driessche, landschapsarchitect en oprichter van Felixx, nodigen de excursiegangers uit om een potje te spelen. De maquette is verdeeld in driehoekige velden met elk een functie, zoals bos, industrie of water. Spelers kunnen de driehoeken wisselen en zo de landschapslagen of occupatielagen verplaatsen. Logistieke verbindingen zoals energietoevoer of wegen – verbeeld als over het bord gespannen draden – zijn ook verlegbaar.

Enthousiast slaat een drietal aan het schuiven met vlakjes bos. Caroline Porsius, programmamanager van Staatsbosbeheer, kijkt meewarig toe: “Je moet het groen niet verplaatsen. Laat het bos meegroeien met de ontwikkelingen. Leg voor elke tien hectare aan industriële of andere functies een driedubbele hoeveelheid bos aan. Zo bouw je aan een rijke ecologie, kansen voor recreatie én aan een model waarmee je ontwikkelingen van natuur economisch mogelijk maakt. Het zijn het type projecten dat je als Staatsbosbeheer nooit alleen kunt doen. Je hebt daarbij de gemeente nodig. Iedereen moet buiten de eigen grenzen denken.” In Almere is Staatsbosbeheer al op deze wijze aan de slag met de gemeente en richtte ze een bosfonds op rondom de ontwikkeling van het Stadsbos.

Puzzelen op gebiedsniveau en turen in de verre toekomst

Het spelen van de serious game maakt inzichtelijk dat keuzes over welke functie waar te plaatsen consequenties heeft. Niet alleen voor het plangebied waaraan gewerkt wordt, maar ook elders. “Gaan we de bedrijvigheid die hier niet past afwentelen naar andere locaties?” vraagt Rob Jacobs van de gemeente Deurne zich af. Marco Visser, stedenbouwkundige bij de gemeente Tilburg: “Je hebt kaders nodig om grenzen te trekken tussen wat je nu wel en niet wilt. Daarnaast is het ook nuttig om verder in de tijd te kijken. Want bestellen we over tien jaar nog wel massaal pakjes online?” Door gebiedsgerichte spelregels te combineren met verre toekomstvisies realiseer je je misschien dat problemen die nu urgent zijn mogelijk op niet al te lange termijn als vanzelf zullen overwaaien omdat trends veranderen. Met zo’n langetermijninzicht maak je nu andere keuzes.

Buiten je eigen grenzen denken

Aan de slag gaan op gebiedsniveau is niet alleen een vakmatige opgave, maar ook een maatschappelijke. Hoe neem je de maatschappij het beste mee? Kunnen we Big Data, artificial intelligence, digitalisering en online media ook inzetten om het gesprek met de samenleving weer te verbeteren? Volgens Kristel Heesterbeek van de provincie Noord-Brabant kijkt de overheid nu vooral naar de risico’s van AI. Ze wijst het gezelschap op twee projecten die illustreren dat het ook anders kan. De Reuringsdienst: wij luisteren mee is een praatpaal waarin mensen op locatie hun ideeën over ruimtelijke keuzes kunnen inspreken. AI helpt om deze reacties te verwerken en behapbaar te presenteren aan beleidsmakers, politici of ontwerpers. Deze leren op basis van de uitkomsten hoe ingrepen door stadsgebruikers beleefd en gewaardeerd worden.

Wij Doen Dingen onderzoekt het scenario waarbij AI in de toekomst het bestuur overneemt. Kan AI bijvoorbeeld worden ingezet bij het maken van toekomstscenario’s en ter plekke keuzes maken voor jou als gebruiker of bewoner van de stad? “AI kan natuurlijk nooit de rol van ontwerpers overnemen, daarvoor zijn ontwerpopgaven te complex,” vindt Riëtte Bos, strategisch adviseur gebieden, Rijksvastgoedbedrijf. Wel ziet ze de enorme potentie van deze techniek voor het ontwerpvak. “Toen parametrisch ontwerpen net nieuw was waren mensen ook bang dat de computer het ontwerpwerk over zou nemen. Uiteindelijk is het een bruikbare tool gebleken, al moet je wel leren hoe hem doelmatig in te zetten. Zo zal het met AI ook gaan.”

Biobased in co-creatie

In de Embassy of Circular & Biobased Building laat Lucas de Man ons zien hoe de samenwerking met burgers kan leiden tot mooie resultaten. In de Peel en de Achterhoek ontwierp hij met lokale gemeenschappen aan grote maquettes, zogenaamde conversation table. In een proces van co-creatie bouwt hij samen met mensen Possible Landscapes van de toekomst, transformaties van bestaande landschappen waarin de opgave biobased bouwen op verschillende schaalniveaus plek krijgt. De Man zegt niets meer te pretenderen dan het maken van een kunstwerk, maar krijgt daarmee wel een hoop voor elkaar. Omdat de maquettes in co-creatie ontstaan voelen mensen zich onderdeel van het veranderproces. Ze zijn trots op het resultaat en de expo ervan trok dan ook op lokaal niveau volle zalen. Bovendien pasten de waterschappen in de Peel op basis van de bevindingen van De Man en zijn team van burgers hun plannen aan.

Missende puzzelstukjes bij ketenverandering

In het Klokgebouw wordt doorgesproken over de missende puzzelstukjes bij de opschaling van biobased bouwen. De sessie start met een korte presentatie over het Interdepartementaal Programma Biobased Bouwen (IDOBB). De ambitie is om binnen zeven jaar naar 50.000 hectare vezelteelt te gaan. “Wel op zo’n manier dat biobased bouwen niet leidt tot nieuwe monoculturen,” waarschuwt Hanna-Lára Pálsdóttir, MooiNL-coördinator Bouwen met de Boer. Door haar oogharen ziet ze een toekomst waarin het agrarisch landschap verworden is tot een biobased mozaïeklandschap.

Landschapsarchitect Philomene van Vliet van BOOM Landscapes vult aan: “De enige manier om de transitie daadwerkelijk voor elkaar te krijgen is door boeren te betalen voor een reeks aan ecologische systeemdiensten die ze aanbieden. Denk aan CO2-certificering, of diensten als het tegengaan van stikstof of recreatie.” Daarvoor bestaat geen vast recept wat je overal kan toepassen.

Gido ten Dolle benadrukt dat bij de opschaling van biobased bouwen interdepartementale samenwerking essentieel is. Rienke Groot, Secretaris College van Rijksadviseurs, beaamt dat, maar ziet op veel departementen te weinig welingelichte menskracht. “Neem het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dat moet bij de mensen nog doordringen dat ketenverandering nodig is.”

David van Zelm van Eldik, programmaleider ONS Landschap bij Ministerie van BZK geeft aan dat het tij ook zomaar kan veranderen: “We hadden bijna een landbouwakkoord. Daarmee hadden we een stevig kader gehad. Dan was biobased bouwen geen ambitie, maar de oplossing van de problemen – stikstof, bouwmaterialentekort – geweest en had het in de bouw een enorme vlucht genomen.”

Samen aan de slag op gebiedsniveau

Aan het einde van de dag wordt nog nagepraat bij het nieuwe lerende netwerken-programma Maakruimte voor Mooi NL. Irene Jansen, directeur Directie Ruimtelijk Beleid bij BZK is onder de indruk van wat er al allemaal gaande is. “Ik heb vandaag vooral geluisterd en me laten inspireren. Ik ben ook erg onder de indruk van hoe verschillende partijen elkaar al weten te vinden.” De meeste deelnemers beamen dat. De ‘Vitruvianen’ – ruimtemakers met Ruimtelijke kwaliteit-expertise – uit de regio en bij het rijk kennen elkaar en maken gemakkelijk contact. Cruciaal bij het versneld maken van stappen de komende jaren richting concrete uitwerkingen op gebiedsniveau.

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Ruimtelijke kwaliteit
Kennis

Op pad met Vitruvius (deel 1)

Begin zomer ‘23 ging programmateam MooiNL (ministerie van BZK) op pad met een groep RO-professionals, van rentmeester tot wetenschapper, langs negen locaties in Overijssel en Flevoland op zoek naar ruimtelijke kwaliteit.

Lees verder