Gastcolumn | 21 maart 2024 | Leestijd 3 minuten

Nieuwe toekomstbeelden voor onze steden en landschappen

Steden & regio's Belevingswaarde Gebruikswaarde Toekomstwaarde

Anne Loes Nillesen is oprichter Defacto Stedenbouw en Hoogleraar Urban design aan de TU Delft. Vanuit haar expertise kijkt ze naar de impact van grote transities op de stad, zoals klimaat, zeespiegelstijging, hitte en neerslag, mobiliteit en circulariteit. Op uitnodiging van MooiNL deelt Anne Loes haar inzichten over de transitieopgaven waar we voor staan, en onderstreept zij het belang van ontwerpend onderzoek en kwalitatieve inrichtingsprincipes.

Multifunctionele waterbegingen (Defacto voor de Stel dat verkenning meebewegen van BZK, Toekomstbestendig watersysteem en de Metropoolregio Amsterdam)

Anne Loes Nillesen

Oprichter Defacto stedenbouw en Hoogleraar Urban design aan de TU Delft

De energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie hebben nu al een grote ruimtelijke impact. Het water-en-bodemsysteem en de (economische) netwerken zijn sterk verweven met het landgebruik en de ruimtelijke ontwikkeling. Niet zo gek dus dat veranderingen in deze systemen vragen om nieuwe inrichtingsprincipes en toekomstbeelden voor onze steden en landschappen. Het ruimtelijke aspect van transitieopgaven blijft echter vaak nog onderbelicht. Terwijl we met ontwerpend onderzoek een goede methode in handen hebben om deze impact te verkennen. Gelukkig zien we vanuit ontwerpbureaus, overheden en kennisinstellingen steeds meer aandacht voor ontwerpend onderzoek, met programma Mooi Nederland als aanjager vanuit Den Haag.

Neem alleen al het water-en-bodemsysteem, waar klimaatadaptatie en het inzetten op duurzaam systeemherstel grote veranderingen en ruimteclaims met zich mee brengen, denk aan ruimte voor overstromingsgebieden, waterberging en infiltratiezones. Deze veranderende condities lijken op het eerste gezicht wellicht vooral schuurpunten te veroorzaken in relatie tot het bestaande landgebruik en inrichtingsprincipes, maar ze bieden ook kansen om tot duurzame en kwalitatieve inrichtingsprincipes te komen.

Systeemrelaties in beeld

Bij het verkennen van de ruimtelijke impact van transitieopgaven vormt systeemanalyse een belangrijke basis. Tijdens zo’n analyse brengen we systemen (ondergrond, infrastructurele netwerken en occupatie) in beeld en duiden we hun relaties met het landgebruik en de mechanismen hierachter. Dit is nog een flinke opgave, omdat verschillende expertises en tijd en ruimteschalen met elkaar moeten worden verbonden. Voor het water-en-bodemsysteem kijken we daarbij naar verschillende deelsystemen, zoals het waterveiligheidssysteem, de waterbeschikbaarheid en kwaliteit, sedimentsystemen, bodemcondities en het waterafvoersysteem. En vervolgens brengen we ook de relaties in kaart met bijvoorbeeld landbouw en natuur, havens en verstedelijking.

Ontwerpend onderzoeken

Vervolgens kunnen via ontwerpend onderzoek voorgestelde beleidsbeslissingen of veranderende condities ontwerpend worden verbeeld en getest: wat betekent het voor gebieden als we meer water willen vasthouden, sterk willen inzetten op een groenblauwe dooradering van steden en het landelijke gebied, of de uitstoot van broeikasgassen gerelateerd aan veenoxidatie willen remmen door veengebieden te vervatten? Bij een deel van deze opgaven zien we dat deze lokaal goed ingepast kunnen worden binnen bestaande stedelijke gebieden en landschappelijke structuren. Daarbij is het doel altijd om deze transitieopgaven te benutten om ook de ruimtelijke kwaliteit en de vitaliteit van een gebied te versterken.

Amsterdamse Bos.

Ruimtelijke kwaliteit als voorwaarde

Dit vraagt om een extra ontwerpinspanning en integraal werken, maar levert veel kwaliteit op. In steden brengt het extra water, groen en bodemvitaliteit naast een ruimteclaim ook veel kwaliteit, en biedt het de kans om bij te dragen aan doelstellingen voor gezonde en ecologische steden. In landelijke gebieden kunnen maatregelen voor infiltratie en beekdalherstel, de vernatting van veenweidegebieden, bodemverbetering en het creëren van extra waterberging bijdragen aan een versterking van de ecologie, recreatielandschappen en het vestigingsklimaat. Deze veranderende condities zullen op sommige plekken wel vragen om nieuwe verdienmodellen, bedrijfsvoering of ontwikkelmethoden. Bijvoorbeeld in de agrarische sector, waar de veranderende water- en bodemcondities een belangrijke driver kunnen zijn bij de landbouwtransitie.

Nieuwe toekomstperspectieven

Uit de eerste ontwerpend onderzoeken van Defacto voor onder meer VRO / BZK komen ook enkele grotere strategische keuzen naar voren. Hoe gaan we om met het steeds beperkter beschikbare zoete water? Welke keuzen maken we in gebieden waar niet meer alle functies in dezelfde samenhang kunnen voortbestaan? Denk daarbij bijvoorbeeld aan de complexe systeemrelaties in de Vlaams Nederlandse Delta, waar havennetwerken, open natuurlijke estuaria, landbouw, recreatie en verstedelijking naast elkaar bestaan binnen een systeem wat door zeespiegelstijging en toenemende rivierwaterafvoer, langere perioden van droogte en toenemende verzilting steeds verder onder druk zullen komen te staan. Hier zijn nieuwe ruimtelijk economische toekomstbeelden nodig, die laten zien hoe de transformatie waar dit gebied voor staat in de tijd vorm kan krijgen, en welke keuzen daarvoor nodig zijn.

Kaartbeeld ‘Wisselpolders Zuid Westelijke Delta’ (Defacto stedenbouw met WNF en Nioz).

Hopelijk zorgen dit soort nieuwe toekomstbeelden en inrichtingsprincipes ook voor een nieuwe, toekomstbestendige manier van denken. Een voorbeeld van oud-denken: in Rotterdam wordt in de ontwikkelgebieden in de oude stadshavens vanuit het beeldkwaliteitplan ingezet op beton en glas: een benauwende keuze gezien de snel toenemende hittestress in steden. Nog genoeg werk aan de winkel, laat daarom ontwerpend onderzoek uitgroeien tot structureel onderdeel van beleids- en visievorming. De komende jaren zal er een enorme ontwerpkracht van professionals en studenten nodig zijn om systeemrelaties verder te ontrafelen, mogelijke toekomstbeelden te verkennen en deze door te ontwikkelen in strategieën. Opdat een Mooi Nederland voor steeds meer mensen voorstelbaar en voelbaar wordt.

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Steden & regio's

Een perspectief voor de stad

De stad wordt verbouwd. Er verschijnen nieuwe woningen, tegels worden gewipt, groen groeit mee, binnensteden gaan op de schop en laadpalen schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze verbouwing van de Nederlandse steden is nodig, want er zijn grote transities en opgaven zoals klimaatverandering en woningnood. Maar verbouwen is niet altijd leuk en er is een duidelijk plan nodig waar we naartoe willen werken. Gemeenten, bewoners, ondernemers en andere stadsmakers steken hun handen daarom uit de mouwen. Met het programma Mooi Nederland pakt de Rijksoverheid ook de (werk)handschoen op.

Lees verder