Onderzoek | 10 juli 2024 | Leestijd 5 minuten

Nederlanders over de ordening van hun ruimte, hier leggen ze de accenten

Energie & economie Landbouw & natuur Steden & regio's Belevingswaarde Gebruikswaarde Toekomstwaarde

Uit een onderzoek van Populytics onder bijna 10.000 Nederlanders blijkt dat we uiteenlopende opvattingen hebben over de ruimtelijke inrichting van ons land. Opmerkelijk genoeg is het enige waar vrijwel alle Nederlanders het over eens zijn, net niét opgenomen in het hoofdlijnenakkoord. Mark Beumer, hoofdonderzoeker bij Populytics, deelt zijn bevindingen op Gebiedsontwikkeling.nu.

Luchtfotografie Nederland, mei 2014, Flevoland. Landbouw ter hoogte van Nagele. Foto: Ivo Vrancken

Mark Beumer

Hoofdonderzoeker bij Populytics

Het knelt in Nederland. We komen ruimte tekort voor de vele wensen die we hebben en de opgaven waar we voor staan. Wonen, water, natuur, landbouw, industrie, energie en defensie – allemaal vragen ze om ruimte. De nieuwe Nota Ruimte, in ontwikkeling bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), moet antwoord gaan geven op de vraag hoe we met de schaarse ruimte omgaan, welke ambities we kunnen waarmaken – en welke niet.

Met het opheffen van het ministerie van VROM in 2010 leek ook de vraag hoe we met onze ruimte om moeten gaan verdwenen uit het publieke debat. Maar recentelijk is de vraag weer op de politieke agenda gekomen. Daarom heeft Populytics nu, 13 jaar later, op verzoek van het ministerie BZK een raadpleging uitgevoerd onder inwoners volgens de onderzoeksmethode van de Participatieve Waarde Evaluatie (PWE). Hierin stond de vraag centraal hoe Nederlanders de schaarse ruimte in ons land eigenlijk zouden willen verdelen, als zij het zelf mogen zeggen.

PWE – onderzoeksmethode ontwikkeld aan de TU Delft

De essentie van een PWE-raadpleging is dat deelnemers 20 minuten op de stoel van een beleidsmaker, bestuurder of politicus gaan zitten en het beleidsdilemma ervaren in een online omgeving. In diverse stappen beantwoorden deelnemers de vraag wat zij zouden adviseren als zij in de schoenen van de beleidsmaker of staatssecretaris zouden staan.

De raadpleging voor de Nota Ruimte is nog na te slaan op https://ruimte.raadpleging.net. In de periode november 2023 tot en met januari 2024 deden bijna 10.000 Nederlanders mee.

In de raadpleging komen grote functies aan bod, zoals natuur, water en gangbare landbouw. Maar ook (relatief) kleine ruimtegebruikers die toch belangrijk zijn, zoals energie, industrie en defensie.

Deelnemers konden de ruimte voor tien belangrijke functies herverdelen. Hier zijn er vier getoond. ‘Figuur 1’ door Populytics (bron: Populytics)

Vijf gemiddelde Nederlanders

Als het over de inrichting van de ruimte gaat, raken we aan de directe leefomgeving van mensen. Dat leidt al snel tot soms diepgevoelde waardenafwegingen. Ook al is de ruimtelijke ordening geen onderwerp in het publieke debat, komt in deze raadpleging naar voren dat Nederlanders er wel degelijk een mening over hebben en zeer verschillende prioriteiten stellen. Er is dan ook niet één gemiddelde Nederlander, er zijn er vijf – met sterk uiteenlopende behoeften.

Figuur 2 beschrijft hoe deze vijf groepen de ruimte veranderden voor enkele belangrijke functies – en daarin zeer uiteenlopende perspectieven op de ruimtelijke inrichting onthullen. We beschrijven deze perspectieven in vijf korte portretten, gerangschikt van de grootste naar de kleinste groep.

We zien vijf unieke perspectieven op de ruimtelijke inrichting (groepen A tot en met E, van groot naar klein). In de keuzetaak kregen deelnemers tien functies te zien, hier zijn alleen vijf opvallende functies getoond. Een verschuiving van 1 procentpunt staat theoretisch gelijk aan ongeveer 37.000 hectare. ‘Figuur 2’ door Populytics (bron: Populytics)

De vijf perspectieven op de ruimtelijke inrichting van Nederland.

Groep A: Heeft behoefte aan continuïteit (56 procent van de Nederlanders)
Voor deze grootste groep Nederlanders hoeft er niet te veel te veranderen in de leefomgeving. Zij zijn behoudend en hebben behoefte aan continuïteit. De ruimte die er is voor natuur, voor energie, voor defensie – en al die andere dingen – is zo wel ongeveer goed verdeeld. Het is allemaal belangrijk. Er is één ding dat echt meer aandacht nodig heeft: wonen. Het huizentekort is volgens Groep A te groot. We moeten, en kunnen, van alles een beetje ruimte afnemen om huizen te kunnen bouwen. Ook van de gangbare landbouw mag er wat ruimte af: een straatje erbij, een strookje spitskool eraf. Die voorwaarde is vrij hard: er mag wat ruimte van gangbare landbouw af, mits we die gebruiken voor het bouwen van woningen.

Groep B: Zoekt oplossingen voor grote uitdagingen (18 procent van de Nederlanders)
Deze inwoners zien een aantal grote uitdagingen om Nederland leefbaar te houden. Zij hebben behoefte aan oplossingen. Zij weten dat dit ruimte zal vragen en verandering betekent. Deze groep durft scherpe keuzes te maken. Zij vinden dat we (veel) meer ruimte moeten maken voor water, duurzame energie, duurzame landbouw en natuur (zie Figuur 2). Maar: van de vijf groepen zijn zij óók het meest positief over het maken van meer ruimte voor defensie, industrie en wonen. Hier schemert een pragmatisch en misschien zelfs technocratisch wereldbeeld door: we lossen de grote uitdagingen van deze tijd op door de ruimte van die ene grote ruimtegebruiker, de gangbare landbouw, sterk te verminderen.

Groep C: Heeft behoefte aan een nieuwe balans tussen de mens en de natuurlijke leefomgeving (12 procent van de Nederlanders)
Deze Nederlanders maken zich grote zorgen over de manier waarop we omgaan met onze leefomgeving. Menselijke activiteiten vervuilen en versnipperen de leefomgeving. De voetafdruk van de mens in de ruimte moet kleiner. Dat betekent meer ruimte voor onze natuurlijke leefomgeving: voor water, natuur en duurzame landbouw. Daarin lijken ze op groep B. Maar een belangrijk verschil met groep B is dat deze inwoners sterk ecocentrisch zijn. We zien dat alle menselijke activiteiten met een ‘harde’ en zichtbare impact op de leefomgeving in de min staan, zoals infrastructuur, defensie en industrie. Moet het anders? Dan vooral slimmer, niet méér. Neem woningen: er mag iets meer ruimte voor komen, maar vooral op plekken waar al huizen staan. Het mag zeker niet ten koste gaan van de natuur.

Groep D: Twijfelt tussen leefomgeving en betaalbaarheid (9 procent van de Nederlanders)
Deze inwoners vinden dat Nederland best vol is. Er zijn grenzen aan het ruimtegebruik: het mag allemaal wel wat minder. Maar waar dan? Dat vinden zij best een moeilijke keuze. Zij hebben oog voor de kwaliteit van de leefomgeving, maar worstelen ook met de betaalbaarheid van het bestaan. Zij vinden bijvoorbeeld dat we meer ruimte moeten maken voor natuur. En ook iets meer voor duurzame landbouw. Deze groep ondersteunt een verduurzaming van de gangbare landbouw, zolang de betaalbaarheid van voedsel maar niet in gevaar komt. Men maakt zich ook zorgen over het woningtekort, vooral voor jongeren. Ze zitten in een spagaat tussen de leefomgeving en bestaanszekerheid.

Groep E: Geeft prioriteit aan de basisbehoeftes (5 procent van de Nederlanders)
We moeten altijd als eerste rekening houden met de basisbehoeftes van mensen, vinden de inwoners in deze groep: de betaalbaarheid en beschikbaarheid van wonen en eten. Deze groep maakt ook zeer uitgesproken keuzes. De gangbare landbouw moet in Nederland blijven – en zelfs uitbreiden – om de boodschappen (weer) betaalbaar te maken en onze voedselzekerheid te garanderen. En we moeten ervoor zorgen dat er ruimte is om huizen te bouwen, zodat jongeren een kans hebben op een betaalbare woning. Alle andere dingen komen daarna. Bestaanszekerheid is een belangrijk argument voor deze Nederlanders.

Dit onderzoek vond vrijwel gelijktijdig plaats met de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023. Ruimtelijke ordening was niet een van de grote verkiezingsthema’s. Toch zien we in dit onderzoek dat Nederlanders duidelijke prioriteiten hebben op dit dossier. Dat roept de vraag op: vertonen de voorkeuren van Nederlanders ook gelijkenis met het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB? Lees het verder op Gebiedsontwikkeling.nu.

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Landbouw & natuur
Kennis

Biobased (ver)bouwen: Naar een landschap met biobased bouwmaterialen

Het thema Biobased (ver)bouwen is één van de drie thema’s binnen het Mooi Nederland perspectief Landbouw & Natuur. Per thema worden er handreikingen gemaakt. De handreiking Biobased (ver)bouwen (zie pdf links of onderaan de pagina) is bedoeld voor overheden, maatschappelijke partners en grondeigenaren, die biosbased gewassen voor de bouwsector onderdeel willen maken van hun (gebieds)transitie. Bij de implementatie en het toepassen van de handreiking sluiten we aan bij de uitvoering van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Binnen deze aanpak is de ambitie om 50.000 hectaren biobased bouwmaterialen te telen tot 2030.

Lees verder