Gastcolumn | 1 maart 2024 | Leestijd 3 minuten

Natuur laat zich niet bekisten

Jannemarie de Jonge werd in 2020 voor een periode van vier jaar aangesteld als Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving. Naast deze rol is zij partner bij Wing, een adviesbureau gespecialiseerd in duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Op uitnodiging van MooiNL deelt zij haar gedachten over natuur in de 21e eeuw, en hoe 'water en bodem sturend' de wegbereider kan zijn voor regeneratieve landschappen op basis van natuurlijke processen met eigenschappen als adaptatie en veerkracht.

Beeld: Ziega van den Berk - Doggersland, kraamkamer van de Noordzee

Jannemarie de Jonge

Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, partner bij Wing.

Eind 2021 verscheen het coalitieakkoord van Rutte IV. Met de ingrijpende zomer-overstroming in Limburg vers in het geheugen, nam de coalitie het veel geciteerde zinnetje ‘water en bodem worden sturend bij de ruimtelijke planvorming’ op. Bij mijn aantreden als Rijksadviseur had ik de Lagenbenadering hoog in mijn vaandel. Ik was dan ook blij met dit zinnetje uit het coalitieakkoord.

Beeld: Polyfern/Praktijkgids Water en bodem sturend CRa - Water en bodem sturend in de lagenbenadering.

In beton gegoten

Inmiddels heeft ‘water en bodem sturend’ het al tot een afkorting gebracht: WBS. Dan is het oppassen geblazen. Voor je het weet wordt een manier die bedoeld is om vanuit een verstandige landschapslogica naar ruimtelijke ontwikkeling te kijken, in beton gegoten. En, eenmaal gestort, is beton is zeer vormvast en weinig elastisch.

Ik heb dat eerder ervaren bij de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Ik studeerde eind jaren tachtig af op de ‘cascobenadering’, een ontwerpconcept dat aan de EHS vooraf ging. Een landschappelijk casco schept de condities voor natuurlijke processen en vergroot en verbindt natuurgebieden tot een robuust netwerk, gebaseerd op landschapsecologische relaties. Toen dit gedachtengoed in de beleidsarena voet aan de grond kreeg, ging de betonmolen draaien. Men schepte beschermde soorten, natuurdoeltypen, habitats en aankoopbudgetten in de speciekuip en onderhandelde ondertussen over de grenzen van de bekisting. In 1992 werd het Natuurbeleidsplan vastgesteld en een deel van de gebieden kreeg later ook het Europese Natura 2000 label. Gebieden en soorten kwamen centraal te staan, niet de natuurlijke processen zelf. Toen in 2010 de robuuste verbindingen door bezuinigingen sneuvelden, was alle veerkracht uit de oorspronkelijke benaderingswijze verdwenen.

Beeld: Landscape Collected/Toekomstatelier Wadden CRa. – Dit beeld van een deel van de Waddenzee illustreert de huidige omgang met natuur. Elk natuurdoeltype is begrensd terwijl de Wadden hoogdynamische natuur zijn. Voor Unesco Werelderfgoed is juist die dynamiek de Outstanding Universal Value waar de aanwijzing op gebaseerd is.
Beeld: Landscape Collected/Toekomstatelier Wadden CRa. – Dit beeld van een deel van de Waddenzee illustreert de huidige omgang met natuur. Elk natuurdoeltype wordt begrensd terwijl de wadden hoogdynamische natuur zijn. Voor Unesco Werelderfgoed was juist die dynamiek de Outstanding Universal Value waar de aanwijzing op gebaseerd is.

Het levende bodem- en watersysteem

Natura docet: de natuur onderwijst. Veerkracht is een eigenschap van levende systemen. Het betekent dat een systeem terug kan veren na stress. Adaptatie is de natuurlijke eigenschap om mee te bewegen bij veranderende omstandigheden, zoals het klimaat. De natuur leert ons ook de oneindige waarde van kringlopen en regeneratie. Eigenschappen die ook voor menselijk samenleven cruciaal zijn. Wat als we natuurlijke principes tot uitgangspunt van beleid maken?  ‘Oplossingen’ niet in beton gieten, maar oefenen in meebewegen, regenereren en terugveren.

Met ‘WBS’ maakt het omgevingsbeleid de draai naar landgebruik dat de logica van het bodem- en watersysteem volgt. Ik zou daar aan toe willen voegen: het levende bodem- en watersysteem. Daarmee kan dit denken de wegbereider worden naar een natuurbegrip dat recht doet aan wat natuur ten diepste is: dynamisch, lerend, evoluerend, adaptief, circulair en veerkrachtig.

 

Een noodzakelijke paradigmashift

De EHS en Natura 2000 pasten als benadering in de twintigste eeuw, de eeuw van maakbaarheid, functionalisme en functiescheiding, maar is in deze eeuw een anachronisme. Natuur van de 21e eeuw laat zich niet vastleggen in doelsoorten of gebieden. Het ’levende bodem- en watersysteem sturend’ erkent dat de toekomst niet maakbaar is. We volgen natuurlijke successie stadia van pionieren, laten verandering toe en kijken nieuwsgierig uit naar de rijkdom van climaxsituaties.

Inspirerende voorbeelden te over in prijsvragen, ontwerpend onderzoek en moedige lokale initiatieven. Die lopen in de realisatie stevig op tegen huidig beleid. Laten we voorkomen dat gemakzuchtige afkortingen het intelligente denken stopzetten. Waar vakmanschap en leiderschap elkaar ontmoeten ontstaat creativiteit en weloverwogen ontwikkeling.

Het ’levende bodem- en watersysteem sturend’ dwingt, net als indertijd het cascoconcept, om in elke situatie weer te onderzoeken wat de potenties, maar ook de begrenzing van zo’n principe zijn. En om daarover in gesprek te gaan. We zijn ‘van nature’ lerende wezens. Die eigenschap is meer dan ooit nodig om gestaag vorm te geven aan regeneratieve landschappen die zich ontwikkelen vanuit de logica van al wat leeft, de bio-logica. In stad en platteland, droog en nat, zoet en zout. Natuur is immers grenzeloos en laat zich niet bekisten.

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Ruimtelijke kwaliteit
Kennis

2024: werken aan Ruimtelijke kwaliteit

Tijdens haar tweede partnerevent op 7 december 2023 presenteerde Mooi Nederland de oogst van de ontwerpend onderzoeken naar wenkende toekomstperspectieven (richting 2050 en 2100) en concrete handelingsperspectieven op gebiedsniveau (richting 2030). Deze ‘producten’ laten zien hoe Mooi Nederland, vanuit het Rijk en met partners in het land, Ruimtelijke kwaliteit wil versterken. Ruim 200 alliantiepartners en andere stakeholders, van beleidsmakers via ontwerpers tot ruimtemakers uit heel Nederland, wogen de resultaten. Doel: samen kijken waar kansen liggen om aan de slag te gaan met Ruimtelijke kwaliteit.

Lees verder