Verslag | 26 maart 2024 | Leestijd 6 minuten

In de stad werken aan ruimtelijke kwaliteit

Steden & regio's Belevingswaarde Gebruikswaarde Toekomstwaarde

Programma Mooi Nederland heeft in samenspel met allianties 8 handreikingen op gebiedsniveau gemaakt. Capelle aan den IJssel was een belangrijke partner in het opstellen van de drie handreikingen van perspectief Leefbare Steden. Minister De Jonge bracht samen met Team MooiNL een werkbezoek aan Schollevaar om te zien hoe bij de vernieuwing van deze wijk de learnings en inrichtingsconcepten van de handreikingen worden toepast. “Eigenlijk moet je alle 8 handreikingen samen lezen als je de huidige opgaven vanuit ruimtelijke kwaliteit wilt oplossen.”

Marieke Berkers

Journalist

Marleen de Ruiter

Trekker Woonwijken van de toekomst

Handreikingen als richtinggevend kader

“Capelle aan den IJssel was een logische alliantiepartner bij het maken van de handreikingen,” bijt programmamanager Mooi Nederland Gido ten Dolle het spits af op deze dag in maart. “Hier komen de verschillende transitieopgaven van het MooiNL-perspectief Leefbare steden samen.”

Wethouder Jannes van der Heide vertelt dat Capelle aan den IJssel veel baat heeft gehad bij de samenwerking: “We hebben het proces van het opstellen van de handreikingen benut om aan onze eigen verstedelijking te werken. Hoe doe je dat op zo’n wijze dat de wijk in kwaliteit stijgt? Die hoe-vraag beantwoorden is voor veel gemeenten lastig, ook voor Capelle aan den IJssel.”

“De handreikingen gaven ons richting,” vervolgt Max van Gils, strategisch adviseur stadsontwikkeling van de gemeente. “Zo nemen we bijvoorbeeld het in de documenten gepresenteerde groenblauwe kader als uitgangspunt, een aanpak waarbij de wijk in kwaliteit zal groeien.”

Werken aan de leefbare stad

“Bijzonder is dat in Schollevaar de drie thema’s van het perspectief Leefbare Steden op steenworp afstand van elkaar moeten worden aangepakt,” aldus Van Gils. Het thema Stedelijke knooppunten gaat over de ontwikkeling van knooppunten tot nieuwe levendige (stads)centra. Een kansrijk perspectief met treinstation Schollevaar – met rechtstreekse verbindingen naar buurtgemeenten, en steden zoals Rotterdam, Gouda en Amsterdam – in het hart van de wijk. De handreiking Groen en gezond leven in de stad biedt kennis over hoe je in de bestaande stad, bij nieuwbouw of bij verdichting netwerken met meer ruimte voor natuur, bewegen en ontmoeten voor elkaar kunt krijgen. De handreiking Transformatie naoorlogse wijken geeft een samenhangend handelingsperspectief voor hoe je in naoorlogse wijken de leefomgevingskwaliteit kunt verbeteren, het bebouwd gebied toekomstbestendig kunt maken en woningen kunt toevoegen.

Representatief voor andere naoorlogse wijken

Schollevaar is representatief voor andere wijken in Nederland die in eenzelfde periode – de jaren 1970-80 – tot stand kwamen. Vaak spelen er in die steden soortgelijke problemen. De handreikingen geven richting bij generieke opgaven, zodat gemeenten van elkaar kunnen leren en niet steeds opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. Opgaven zoals in Schollevaar zullen dan ook herkenbaar zijn voor veel andere naoorlogse wijken. De demografie is hier in de afgelopen vijftig jaar flink veranderd; in plaats van gezinnen is het aandeel (alleenstaanden) ouderen gegroeid. Maar voor die levensfase biedt de wijk te weinig passende woningen. Daardoor stremt de doorstroom in de wijk. Ook is de wijk met heel andere ambities tot stand gekomen ten opzichte van hoe we nu wijken van de toekomst graag zien. Schollevaar is ontworpen op autoverkeer en kent een zeer versteende inrichting van de openbare ruimte. Oplossingen voor bijvoorbeeld de energietransitie of klimaatadaptiviteit moeten hier ruimtelijk nog plek krijgen. De sociale samenhang neemt sinds enkele jaren af.

Alliantie

“Wat is de sleutel om bij stadsvernieuwing kwaliteit voor elkaar te krijgen?” vraagt minister De Jonge bij de aftrap van de wijkwandeling aan de meelopende ruimtelijk ontwerpers. Stedenbouwkundige Jessica Tjon Atsoi van Urhahn stedenbouw en strategie, het bureau dat het opstellen van de handreiking Transformatie naoorlogse wijken voor haar rekening nam, antwoordt met grote stelligheid: “Bij vernieuwingsopgaven heb je elkaar nodig, je kunt het niet alleen.”

MooiNL-coördinator Marleen de Ruiter (perspectief Leefbare Steden): “We hebben de handreikingen doelbewust gemaakt met een alliantie van elkaar in expertise aanvullende spelers. Dit soort opgaven dient integraal te worden aangepakt, ze zijn te complex om geïsoleerd aan te vliegen.”

Het werkbezoek is een mooie afspiegeling van het samenwerken in allianties. Naast bestuurders van verschillende overheidsniveaus, sluiten ontwerpers vanuit de domeinen landschapsarchitectuur, stedenbouw en architectuur aan en een grote groep mensen die de wijk van binnenuit kennen, zoals de gemeentelijke Gebiedsregisseur, beheerders van de wijkhub en van het Huis van de Wijk, een oud-voorzitter Wijk Overleg Platform en een stadsmarinier. Al die partijen tezamen kunnen de context van een wijk duiden en preciezer invulling geven aan de opgaven die er spelen en aan het handelingsperspectief dat de MooiNL-handreikingen bieden.

Integrale aanpak

“Bij het bedenken van oplossingen is het ook belangrijk om de 3 handreikingen in samenhang te zien,” benadrukt landschapsarchitect Steven Delva. Zijn bureau DELVA leidde het ontwerpend onderzoek voor de handreiking Groen en gezond leven in de stad. De minister vult aan: “Eigenlijk moet je alle 8 handreikingen samen lezen als je de huidige opgaven vanuit ruimtelijke kwaliteit wilt oplossen.” Juist met de stapeling van opgaven, zoals meer ruimte voor groen, klimaatadaptatie, energie- en warmtetransitie, en de mobiliteitstransitie, is het belangrijk opgaves samen te brengen en met elkaar te combineren in de ontwerpoplossingen, ook wanneer de aanleiding enkelvoudig is. De beschikbare ruimte in de wijk is immers te beperkt voor enkelvoudige oplossingen.

“Het samenvatten van opgaven is ook belangrijk als het gaat om het doen van investeringen,” vult wethouder van der Heide aan. Hij ziet bijvoorbeeld in de wijk de scholen tegelijkertijd verouderen, ze zijn immers allemaal in dezelfde periode gebouwd. Bij het vernieuwen van de scholen kunnen andere opgaven meegenomen worden en kunnen zo ook investeringsbudgetten worden gecombineerd. Minister De Jonge geeft aan dat ook verdichting met woningbouw kan helpen om kwaliteit toe te voegen in de wijk. “Vaak is kwantiteit nodig om kwaliteit voor elkaar te krijgen.” Wat verdiend wordt aan woningbouw kan bijvoorbeeld uitgegeven worden aan investeringen in groenblauwe netwerken die de ecologie, recreatie en de leefbaarheid van een wijk ten goede komen.

Voortbouwen op bestaande kwaliteiten

Wethouder Van der Heide benadrukt graag dat Schollevaar wat ruimtelijke kwaliteit betreft niet bij nul begint. “De wijk is al mooi. Hoe kan hij worden verbeterd? Dat is het startpunt van ons denken. Zo ligt achter het winkelcentrum een forse groenzone met een grote vijver. Een stukje verderop loopt een grachtensysteem door de wijk. Groene en blauwe kwaliteiten dus.”

“Wel zouden we die structuren met de opgaven van vandaag heel anders ontwerpen,” aldus de minister. De waterwegen kregen in de jaren 80 stenige kades. Die zouden nu een veel natuurlijkere uitstraling gekregen hebben, ingericht om biodiversiteit te bevorderen, piekbuien op te vangen of bijvoorbeeld hittestress in de wijk terug te dringen. De Jonge: “Het kijken met de ogen van de ontwerpers zorgt ervoor dat je gaat zien dat er ruimtelijk en kwalitatief nog veel meer mogelijk is in een wijk als Schollevaar.”

Aan de slag

Met de handreikingen in de hand is het nu zaak verder uit te zoeken wat er binnen de specifieke context van Schollevaar wel en niet kan. Want het blijft altijd zaak om de generieke learnings al ontwerpend te vertalen in maatwerk, in plannen die aansluiten op de concrete context van gebieden. Schollevaar biedt een prachtig voorbeeld hiervan. Een groot appartementengebouw met dichte parkeergarages op begane grondniveau aan de zijde van een park doet de ontwerpers hunkeren naar het herbestemmen van die garage. Als hier ruimte zou ontstaan voor een socialer programma, zou dat de interactie tussen gebouw, bewoners en gebruikers ervan en de buitenruimte sterk kunnen verbeteren. Maar Peter Paul Lippinkhof, programmamanager Capelle van woningcorporatie Havensteder schudt het hoofd. “De parkeerplekken zijn grotendeels in handen van particulieren die in het gebouw wonen. Zij willen een parkeerplek pal onder hun woning niet graag opgeven. Bovendien zou zo’n ambitie een onderhandeling met honderden particulieren vergen. Onbegonnen werk.”

Even verderop liggen kansen om wellicht wel met weinig middelen groots effect te bereiken. Een straat met tuinen die mensen omheinden met eigen hekken zou ook een hof kunnen worden. Een toegankelijke, gedeelde tuin, waar mensen elkaar ontmoeten, waar enkel aan de kopse kant hekken zijn zodat het binnengebied na zonsondergang gesloten kan worden. Een plek die groen is en sociaal verbindend werkt. Kortom: met de handreikingen kunnen gemeenten nu al aan de slag met hun ruimtelijke opgaven, met kwaliteit. Daarnaast worden de learnings en inrichtingsconcepten benut voor de nieuwe Nota Ruimte-in-de-maak.

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Ruimtelijke kwaliteit

Werken aan MooiNL: 8 handreikingen op gebiedsniveau

Met de inzet van ontwerpend onderzoek-allianties heeft MooiNL een set van acht handreikingen ontwikkeld, bedoeld om concrete handelingsperspectieven aan te reiken voor het werken aan ruimtelijke opgaven op concrete plekken, van binnenstad tot buitengebied. Het initiatief voor het maken van deze handreiking komt voort uit het programma Mooi Nederland. Het programma is in de zomer 2022 van start gegaan onder aanvoering van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Lees verder