Handreiking | 8 mei 2024 | Leestijd 5 minuten

Energienetwerken: ruimtelijk vormgeven energietransitie

De handreiking van Energienetwerken (zie pdf links of onderaan de pagina) presenteert drie exemplarische inrichtingsconcepten, die handelingsperspectief bieden voor het vormgeven van het energiesysteem in de fysieke leefomgeving. Deze inrichtingsconcepten zijn onderdeel van een ontwerpmethode die erop gericht is om bij keuzes in het energiesysteem nu alvast rekening te houden met mogelijke ontwikkelingen tot 2050 en 2100. Op basis van vier typen ingrediënten en verschillende inrichtingsprincipes hebben Bright, Generation.Energy en Groen Licht drie inrichtingsconcepten uitgewerkt: Hub der hubs, Energiemozaïek en Win-win.

Foto: Loes van der Meer.

Jasper Groos

Trekker Energienetwerken

De ruimtelijke opgave van het energiesysteem

Er vindt momenteel een transitie plaats van het gebruik van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen, zoals zonne- en windenergie. Het energiesysteem verschuift daarmee van een centraal naar een meer decentraal systeem. Dit energiesysteem van de toekomst vereist extra ruimte voor opwek, transport, conversie en opslag van energie. Daarnaast brengt het nieuwe ruimtelijke uitdagingen met zich mee. Al deze ontwikkelingen spelen in gebieden waar ook diverse andere opgaven spelen. Bij het plaatsen van de verschillende elementen van het energiesysteem in de ruimte is het belangrijk om niet alleen de huidige ruimtelijke behoeften in overweging te nemen, maar ook de veranderingen die het landschap zal ondergaan richting 2050 en 2100.

De ingrediënten, de basis voor de inrichtingsconcepten

Vier typen ingrediënten vormen de basis voor de inrichtingsprincipes:
1. Landschapstypen: Het Nederlandse landschap bestaat uit verschillende typen. Deze typen onderscheiden zich op ontstaansgeschiedenis, reliëf, bodem en water. Elk landschap vraagt een specifieke omgang met het energiesysteem.
2. Elementen van het energiesysteem: Nieuwe energie-elementen zoals windturbines, waterstoffabrieken, warmtenetwerken hebben specifiek ruimtelijke eisen.
3. Externe ontwikkelingen: In de komende jaren zal niet alleen het energiesysteem veranderen. Ook andere delen van de maatschappij en onze omgeving veranderen, met een grote invloed op het energiesysteem.
4. Tijdlijn: Verschillende ontwikkelingen doen zich op een ander moment in de tijd voor. Dit is weergegeven op een tijdlijn.

Van inrichtingsprincipes naar inrichtingsconcepten

In de energietransitie zijn verschillende ruimtelijke inrichtingsprincipes belangrijk. Vanuit NOVI en PEH hebben we het dan over flexibiliteit, voorkomen van afwenteling, functiecombinaties, meervoudig ruimtegebruik, lokale identiteit, clustering, vraag bij Managementsamenvattingaanbod en bundeling. Door deze in samenhang toe te passen op specifieke locaties ontstaan inrichtingsconcepten die verschillende landschapstypes, uitdagingen en ontwikkelingen integreren tot een samenhangend geheel.

De handreiking presenteert drie inrichtingsconcepten; Hub der hubs, Energiemozaïek en Win-win. De inrichtingsconcepten zijn exemplarisch voor drie soorten van gebieden en dienen als inspiratie voor meerdere locaties in Nederland.

De inrichtingsconcepten

Het inrichtingsconcept ‘Hub der Hubs’ vertegenwoordigt gebieden waar stedelijk en industrieel gebied nauw met elkaar verweven zijn. Dit resulteert in een sterk industrieel en stedelijk landschap dat wordt beïnvloed door economische en industriële ontwikkelingen. Daarnaast neemt in deze gebieden de demografische druk toe. De nieuwe elementen van het energiesysteem creëren een aanzienlijke ruimtelijke druk op het gebied, wat de noodzaak benadrukt van inrichtingsprincipes zoals stapelen, meervoudig ruimtegebruik, cascadering, uitwisseling en het combineren van vraag bij aanbod. Deze inrichtingsprincipes optimaliseren het gebruik van de beschikbare ruimte, het behouden van vrije ruimte en het creëren van strategische ‘schuifruimte’ voor zware economische functies, waaronder energie. Het inrichtingsconcept hub der hubs wordt gekenmerkt door cascadering van energie in het gebied, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende functies en het behoud van de schaarse ruimte die er nog is, groen of anders, voor nieuwe energie- en havengerelateerde functies.

 

Het inrichtingsconcept ‘Energiemozaïek’ is kenmerkend voor zowel landelijk als verstedelijkt gebied met een bosrijk landschap. In het gebied gebeurt op allerlei plekken wel iets zoals de ontwikkelingen van bedrijventerreinen, nieuwe infrastructuur voor mobiliteit en energie en verdere verstedelijking. De inrichtingsprincipes clustering, energy-oriented development en het benadrukken van de kenmerken en identiteit van een gebied bevorderen de ruimtelijke kwaliteit van het mozaïeklandschap. Het toenemende belang van het energiesysteem voor dit mozaïek vraagt om sturing op de (knooppunt)waarde van de netwerken, vergelijkbaar met transit-oriented development bij openbaar vervoer. Dit kan gerealiseerd worden door het plaatsen van nieuwe infrastructuur bij bestaande infrastructuur, het behouden van korte lijnen, het volgen van landschappelijke eenheden/kamers en het maken van logische koppelingen met het lokale landschap. Deze aanpak van ruimtelijke ordening handhaaft de ruimtelijke kwaliteit van het mozaïeklandschap en biedt de mogelijkheid om op specifieke locaties ruimtelijke kwaliteit toe te voegen.

Het inrichtingsconcept ’Win-win’ representeert uitgestrekte landelijke gebieden, waaronder veenweidegebieden. De transitie van de landbouw is een belangrijke ontwikkeling, de druk van verstedelijking is relatief beperkt en vergrijzing is een opvallende trend. De externe ontwikkelingen in het gebied, zoals de toekomstige behoefte aan woningen en bedrijventerreinen, de behoefte aan peilverhoging en de landbouwontwikkeling, zijn nog onzeker. Daarom is het flexibel en adaptief positioneren van elementen in het energiesysteem een belangrijk inrichtingsprincipe. Het respecteren en versterken van het karakter van het landschap is van groot belang, bijvoorbeeld door infrastructuur te bundelen en optimaal gebruik te maken van meervoudig ruimtegebruik in het gebied. Het inrichtingsconcept wordt gekenmerkt door het klimaatrobuust aanleggen van de verschillende elementen van het energiesysteem in de ruimte. Met het oog op 2100 levert dit wellicht een ander plaatje op dan op basis van de situatie nú te verwachten zou zijn.

Toepassen inrichtingsconcepten

Het toepassen van inrichtingsconcepten in een gebied, die rekening houden met externe ontwikkelingen en technologische veranderingen, maakt het mogelijk beslissingen te kunnen nemen die ook op de lange termijn houdbaar zijn.

De inrichtingsconcepten benadrukken de noodzaak van een brede benadering van gebiedsontwikkeling waarin sectoraal doelbereik, kosten én ruimtelijke kwaliteit zorgvuldig worden afgewogen. De ontwikkelde inrichtingsconcepten kunnen behulpzaam zijn bij het toepassen van inrichtingsconcepten in een gebied, maar zijn geen panacee. Elke (nieuwe) opgave vraagt immers om een (nieuwe) afweging van ruimteclaims, waarbij ontwerpend onderzoek de sleutel is naar succes. Belangrijk daarbij is dat er meer voorbeelden beschikbaar komen van bouwstenen en inrichtingsconcepten voor de (nieuwe) onderdelen van ons energiesysteem. Ontwerpend onderzoek kan tot slot helpen om ook grotere systeemkeuzes in het energiesysteem voor de toekomst zichtbaar en bespreekbaar te maken, ten behoeve van keuzes in bijvoorbeeld Nationaal Plan Energiesysteem en de Nota Ruimte. Naast ontwerpend onderzoek zijn instrumentarium ook belangrijk voor de realisatie van energienetwerken in verschillende gebiedstypen, RHDHV heeft per inrichtingsconcept de relevante instrumenten weergegeven.
Het werk is met deze handreiking nog niet klaar. Uit het werken aan de inrichtingsprincipes en het instrumentarium blijkt de sterke behoefte om in 2024 verder te werken aan de integratie van de kwaliteitsaanpak van energienetwerken in allerlei nationale programma’s die er zijn en tegelijk te werken aan concrete ontwerpbouwstenen voor nieuwe onderdelen daarvan. Ook is het verstandig om in komende periode nieuwe goede voorbeelden te creëren, door bijvoorbeeld de handreiking concreet uit te testen in gebiedsuitwerking en projecten.

 

6 maart 2014. Het dak van het gerenoveerde en volkomen vernieuwde station van Rottterdam met een innovatieve overkapping met zonnepanelen. Foto: Riesjard Schropp
Hoogspanningsmast bij verdeelstation.
Windpark Westermeerwind Urk. Foto: Rob Poelenjee.

Kwaliteitsaanpak Mooi Nederland

Een goede omgevingskwaliteit is als belangrijk maatschappelijk doel vastgelegd in de Omgevingswet. Ruimtelijke kwaliteit betreft de ruimtelijke dimensie van omgevingskwaliteit. Alle ingrepen in onze fysieke leefomgeving hebben impact op de ruimtelijke kwaliteit van ons (stads)landschap. Het is de ambitie dat elke ingreep de ruimtelijke kwaliteit vergroot. Daartoe beschrijft Mooi Nederland een kwaliteitsaanpak die het ontwikkelen met kwaliteit ondersteunt. Deze kwaliteitsaanpak is bedoeld voor alle partijen die in gebieden werken aan ruimtelijke opgaven. Bijvoorbeeld de transitie van de landbouw en natuur, de energietransitie de aanleg van werklocaties, droge en natte infrastructuur en de ontwikkeling van onze steden.

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Energie & economie

Ruimtelijke kwaliteit bij de toekomstige WK-finale

Het is zondag 11 juli 2010 en Nederland staat massaal voor de tv-schermen. Het gaat nu écht gebeuren: Nederland wordt wereldkampioen! De wedstrijd moet na 90 minuten afgelopen zijn, maar Oranje en Spanje scoren niet. Het wedstrijdverloop kent u wellicht nog wel. Er komen 30 minuten extra! Dat geeft twaalf miljoen Nederlandse kijkers de kans om de frituurpan aan te zetten, de koelkast te openen en het toilet te bezoeken. Het wordt donker dus de lichten moeten aan. Iedereen vraagt tegelijk energie.

Lees verder