Column | 16 november 2023 | Leestijd 4 minuten

Een MooiNL begint bij Ruimtelijk Ontwerp

Chris van Langen is namens MooiNL coördinator van het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp (ARO), een samenwerking tussen BZK en OCW. De inzet van ruimtelijk ontwerp is bij MooiNL een belangrijke voorwaarde voor het verwezenlijken van Ruimtelijke kwaliteit. Het ARO is dan ook onderdeel van MooiNL. Het richt zicht immers op het versterken van de inzet van ruimtelijk ontwerp als methode bij het tegemoet treden van de grote maatschappelijke opgaven. Tegelijkertijd is het onderdeel van het cultuurbeleid, omdat het ook het ruimtelijk ontwerp als culturele daad agendeert. In deze column licht Chris graag het waarom, hoe en wie toe.

Brabantse Oogst van Stimuleringsfonds Creatieve Industrie i.s.m. de Provincie Noord-Brabant en BrabantAdvies, tentoonstelling met de Brabantse projecten uit de open oproepen van het fonds in het Provinciehuis Noord-Brabant

Chris van Langen

Coördinator Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp

Het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp maakt deel uit van zowel de ruimtelijke kwaliteitsaanpak (als onderdeel van het ruimtelijke ordeningsbeleid), als van het architectuurbeleid (als onderdeel van het cultuurbeleid). Het Actieprogramma staat daarmee in een lange traditie. In 1991 verscheen de eerste Architectuurnota. Die formuleerde een samenhangend architectuurbeleid, waarin het ruimtelijke ordeningsbeleid en het cultuurbeleid samen kwamen. In de eerste decennia lag de focus daarbij vooral op de culturele dimensie. In 2012 werd, mede onder invloed van de crisis en veranderende maatschappelijke opgaven, een koersverandering ingezet – die overigens wel gelijk op ging met een verzwakking van de architectuur-infrastructuur. Vanaf de Actieagenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp 2013-2016 werd expliciet gekozen voor een nadruk op het breder agenderen van de inzet van het ruimtelijk ontwerp bij urgente opgaven in de fysieke leefomgeving.

Ontwerp verbindt

Het lopende ‘Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024, Ontwerp verbindt’ richt zich, voortbouwend op de koers van de eerdere actieagenda’s, op het nog beter en breder inzetten van het ruimtelijk ontwerp bij het tegemoet treden van de grote maatschappelijke vraagstukken op alle schaalniveaus. Centraal daarbij staat het gebruik van het ruimtelijk ontwerp door meer partijen, met nieuwe doelgroepen en in meer situaties, met een nog effectievere inzet van de beschikbare en nog te ontwikkelen instrumenten.

Samen

Met het programma is opnieuw gekozen voor een actiegerichte aanpak. De uitvoering van de vijf actielijnen binnen het programma is deels neergelegd bij partijen die in staat zijn de doelgroepen van het actieprogramma te bereiken. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI) en het College van Rijksadviseurs (CRa) zijn daarbij de belangrijkste partners. Daarnaast is een deel van de oorspronkelijk geformuleerde (deel)acties ondergebracht bij de begin 2022 binnen BZK gestarte programma’s Mooi Nederland en NOVEX. In beide programma’s is immers een belangrijke rol weggelegd voor ontwerpkracht.

Inspirerende voorbeelden

In het kader van actielijn 1, ‘de ontwerpagenda’, zijn concrete ontwerpvraagstukken ontwikkeld in het kader van Mooi Nederland en NOVEX. Een door Platform Ontwerp NL uitgevoerde eerste analyse van de verschillende ontwerpverkenningen van de afgelopen jaren (2016-2023) is ondersteund. De vanuit Mooi Nederland, NOVEX, Platform Ontwerp NL, CRa en SCI ontwikkelde ruimtelijke concepten zijn op verschillende plaatsen gepresenteerd en gedeeld als inspirerende voorbeelden.

Beeld van de eerste editie van Toekomstatelier NL2100 van het College van Rijksadviseurs

Voorbeeldig zijn

De tweede actielijn richt zich op het stimuleren van goed opdrachtgeverschap bij het Rijk, en dus op een professioneel hoogwaardige inzet van ruimtelijk ontwerp in rijksprojecten en nationale programma’s. Daarbij spelen de activiteiten van het CRa een belangrijke rol. Maar de opdrachten voor ontwerpend onderzoek in het kader van Mooi Nederland en NOVEX evenzeer.

Open oproepen

De inzet van ontwerp bij regionale en lokale initiatieven (actielijn 3) is door SCI van vorm en inhoud voorzien via een stevig vierjarig stimuleringsprogramma. In het kader daarvan lopen op dit moment vijf open oproepen, inclusief flankerend programma. Een zesde open oproep wordt begin 2024 uitgezet. Per open oproep werken 12 tot 15 coalities van ontwerpers en relevante andere partijen, met behulp van ontwerpend onderzoek, ruim twee jaar samen aan een vraagstuk binnen de geadresseerde thematiek. De (tussen)resultaten van de open oproepen worden verzameld op Platform De Nieuwe Ruimte.

Competenties

Actielijn 4 richt zich op het ontwikkelen en laten landen van de competenties die ruimtelijke professionals nodig hebben in de sterk verander(en)de context. Naar aanleiding van een eerste verkenning door Design Innovation Group is recentelijk een opdracht verleend aan FABRICations voor een mapping en analyse van een reflectie op het reguliere en niet-reguliere aanbod op dat vlak. Daarnaast heeft de Dutch Design Foundation opdracht gekregen om een drietal lerende gemeenschappen op te starten. Daarin gaan ontwerpers, opdrachtgevers en wetenschappers op zoek naar de mogelijkheden om de transformatieve kracht en brede potentie van ruimtelijk ontwerp productief te maken. De startbijeenkomst van deze Maakruimte voor Mooi Nederland vond plaats tijdens de Dutch Design Week 2023.

Brabantse Oogst van Stimuleringsfonds Creatieve Industrie i.s.m. de Provincie Noord-Brabant en BrabantAdvies, tentoonstelling met de Brabantse projecten uit de open oproepen van het fonds in het Provinciehuis Noord-Brabant

Dialoog

De ontwerpdialoog over de rol en betekenis van ruimtelijk ontwerp voor de grote maatschappelijke opgaven (actielijn 5) is levendig in Nederland. Ze vindt deels in het kader van of ondersteund door het actieprogramma plaats, maar nog veel meer daarbuiten. De veelkleurigheid van dat debat is een belangrijke kwaliteit. Maar tegelijkertijd is juist op dit vlak de afbrokkeling van de architectuur-infrastructuur voelbaar. En dat terwijl de inzet van het ruimtelijk ontwerp als relevant instrument bij het tegemoet treden van die opgaven de afgelopen jaren alleen maar urgenter is geworden – en dus ook de brede dialoog erover.

Urgentie

Die gegroeide urgentie heeft te maken met het besef dat het kennis-ontwikkelende potentieel van het ruimtelijk ontwerp nog (lang) niet voldoende wordt benut. Dat geldt evenzeer voor het potentieel om de systeemwereld, de leefwereld en de fysieke wereld te verbinden. Terwijl ontwerpend onderzoek bij uitstek geschikt is om de overlappen en conflicten tussen de verlangens en belangen van die werelden inzichtelijk en bespreekbaar te maken door ze samen te brengen in mogelijke toekomsten. En, zodoende, de polarisatie tussen die werelden te overstijgen.

Positioneren

Tegelijkertijd moet je constateren dat de blijvende aandacht voor (de betekenis van) het potentieel van ruimtelijk ontwerp weliswaar noodzakelijk, maar nog niet voldoende is. De veranderende context waarbinnen het ontwerp opereert, vereist ook hernieuwde aandacht voor de rol en betekenis, en daarmee voor de ondersteuning en versterking, van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur als culturele daad. Het lijkt dan ook logisch een nieuw actieprogramma nog veel steviger te positioneren en in te kaderen tussen én in directe relatie met het (te actualiseren) architectuurbeleid en de (te verankeren) ruimtelijke kwaliteitsaanpak.

Lees ook:

Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp (ARO)

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Kennis

Mooi Lokaal Nederland

Flip ten Cate was tot voor kort directeur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, de vereniging van lokale adviescommissies voor omgevingskwaliteit, erfgoed en welstand. Op uitnodiging van MooiNL reflecteert hij in deze column op de Kamerbrief waarin (demissionair) minister De Jonge onder meer werk wil maken van de inzet van lokale bouwmeesters bij gemeenten.

Lees verder