Natte natuur
Laten we beginnen met de natuur. Wie goed kijkt, ziet nu al hoe mooi de natuur in de Peel is. Planten als de avondkoekoeksbloem, de grote lisdodde, de smalle stekelvaren, veenpluis, riet en natuurlijk veenmos voelen zich er helemaal thuis. Maar een natte Peel zorgt voor nog veel meer biodiversiteit. Mocht de vernatting lukken, dan kun je er ook weer planten ontdekken als lavendelheide, zonnedauw en moerasvaren. Om de natuur in de Peel te herstellen en meer haar gang te laten gaan, zouden de boeren hun land kunnen beheren als natuurgebied. Hoe doe je dat als je er ook van moet leven?
Businessmodel voor de boer
Maar liefst 25 procent van alle boerderijen in Nederland zal de komende tien jaar een andere functie krijgen. Daarbij kun je denken aan een zorgboerderij, een boerderij met co-housing projecten (erfdelen) of een coöperatieve boerderij die natte teelten verbouwt.
Uit de co-creatiesessies bleek dat de multifunctionele boerderij de beste manier is om als boer een leefbaar verdienmodel te hebben in een goede relatie met de natuur. De woningbouwopgave die overal in Nederland speelt, biedt daarbij in meerdere opzichten kansen voor de boer.
Natte teelt
Janke van Dijk, expert natte teelten bij Paludiplants, ziet bijvoorbeeld grote kansen voor natte teelt: “Ik ben positief ingesteld voor de toekomst. Er zullen altijd uitdagingen zijn, maar er zijn ook altijd oplossingen en het is de kunst om daar iets moois van te maken.”
Zo kunnen boeren een deel van de bouwmaterialen voor de woningen die gebouwd moeten worden gaan verbouwen. Lisdodde, riet en blauwalg zijn bij uitstek geschikt voor het maken van plaatmateriaal voor interieurbouw, meubels en gevels. En van lisdodde (rietsigaar) en linnen (vlas) maak je onder meer garen en wol.
Zoals de natuur zich aanpast aan de natte omstandigheden, zouden boeren dat ook (weer) kunnen doen. Vernatting vraagt om natte teelt. En om flexibiliteit, omdat de waterstanden variëren. Afhankelijk van de waterstand kun je als boer kiezen welke gewassen je waar gaat verbouwen.
Lisdodde is wat dat betreft de ideale plant: deze groeit namelijk in zowel diep als ondiep water. Bovendien onttrekt de plant veel voedingsstoffen aan de grond, zodat je de vermesting van de bodem door de huidige landbouwactiviteiten kunt tegengaan. En wanneer de grond na vijf of tien jaar mestvrij is, kun je eventueel ook andere gewassen op de velden zetten. Denk aan eetbare waterplanten als watermunt, waterspinazie of witte waterkers.
Om het water vast te houden en zo een buffer en tegendrukgebied te vormen voor het grondwater in het veengebied kun je dijken aanleggen. Met die dijken kun je bovendien bassins creëren waarin je gewassen teelt. En laat je de bassins leeglopen, dan kun je de gewassen makkelijker oogsten en via de dijken met vrachtwagens ophalen.