Biobased bouwen is niet alleen interessant vanwege de duurzaamheidswinst voor de bouw, legt ze uit, maar kan ook helpen bij de transformatie naar een toekomstbestendige landbouw. Pálsdóttir: “Gewassen voor de bouw zijn bijvoorbeeld een uitkomst voor gebieden die kampen met droogte of overbemesting. Lisdoddes kunnen goed groeien op natte grond, dus ook in wateropslagplekken. Riet neemt stikstof op, daarmee kun je stikstof die opgeslagen ligt in het veenlandschap ‘uitmijnen’.” In een rekentool die De Natuurverdubbelaars ontwikkelden voor Mooi Nederland kunnen zowel de economische als deze maatschappelijke baten van gewassen voor de bouw worden vergeleken met reguliere teelten.
Diverser landschap
Als met de Nationale Aanpak Biobased Bouwen de productie en het gebruik wordt opgeschaald, dan zal dat invloed hebben om het landschap. “Biobased bouwen betekent niet dat we de ene monocultuur vervangen door de andere, biobased materialen zijn ook een kans om het landschap diverser te maken”, zegt Pálsdóttir. Landschapsarchitect Philomene van der Vliet tekende voor de handreiking tientallen bouwstenen en landschapsconcepten waarin biobased gewassen op zand-, veen- en kleigronden een plek krijgen. Denk aan strokenbouw, roterende teelten, agroforestry – waarbij bebossing en landbouw worden afgewisseld en landbouw afgewisseld met vee en bosbouw. Wat waar kan of handig is hangt af van veel factoren, zoals het bodemtype, de aanwezigheid van natuurelementen en ook stedelijk landschap. Pálsdóttir: “Het zijn archetypische concepten, die we graag met de ketenregisseurs van Building Balance in de praktijk willen brengen.”
Mochten financiering en vraag naar biobased bouwmaterialen verder op gang komen, is dus de hoop dat de boeren zelf zullen overstappen op de verbouw van de materialen. Pálsdóttir: “Sommige boeren vinden dit ontzettend leuk en zien perspectief, maar anderen hebben andere zorgen, wellicht een schuld of zitten in een ander vaarwater.”