Verslag | 18 december 2023 | Leestijd 8 minuten

2024: werken aan Ruimtelijke kwaliteit

Energie & economie Landbouw & natuur Steden & regio's Belevingswaarde Gebruikswaarde Toekomstwaarde

Tijdens haar tweede partnerevent op 7 december 2023 presenteerde Mooi Nederland de oogst van de ontwerpend onderzoeken naar wenkende toekomstperspectieven (richting 2050 en 2100) en concrete handelingsperspectieven op gebiedsniveau (richting 2030). Deze ‘producten’ laten zien hoe Mooi Nederland, vanuit het Rijk en met partners in het land, Ruimtelijke kwaliteit wil versterken. Ruim 200 alliantiepartners en andere stakeholders, van beleidsmakers via ontwerpers tot ruimtemakers uit heel Nederland, wogen de resultaten. Doel: samen kijken waar kansen liggen om aan de slag te gaan met Ruimtelijke kwaliteit.

Marieke Berkers

Journalist

Ver weg kijken en versnellen

Krap anderhalf jaar loopt het Programma MooiNL nu. De oogst is ondanks die korte looptijd indrukwekkend en rijk: een set van integrale toekomstbeelden richting 2050 en 2100 en acht concrete handreikingen op gebiedsniveau richting 2030. De toekomstvisies zijn ‘stel-dat’ verkenningen en tonen hoe belangrijke maatschappelijke opgaven met elkaar samenhangen en hoe Nederland eruit zou kunnen zien als je deze opgaven aanpakt met aandacht voor kwaliteit. Ze helpen duiden waar, wanneer welke systeemkeuzes nodig zijn. Met de handreikingen kunnen we nu al aan de slag. Programmamanager MooiNL Gido ten Dolle gaf ze het predicaat “kookboeken”. Daarmee onderstreepte hij de toepasbaarheid van deze producten. Ze bevatten een instrumentenbox, best practices, inrichtingsprincipes- en bouwstenen waarmee overal in Nederland een start gemaakt kan worden om kwalitatief te werken aan opgaven. Ten Dolle: “Zo kunnen we versnellen met de aanpak van opgaven waar Nederland voor staat.”

In samenhang keuzes maken

Alle producten samen vormen waardevolle bouwstenen voor de nieuwe Nota Ruimte die medio 2024 op de planning staat. MooiNL sorteert immers met de kennis die het ontwerpend onderzoek oplevert voor op structurerende keuzes, concrete maatregelen voor versterking van de kwaliteit en ruimtelijke inrichtingsconcepten.

Dat het maken van keuzes nodig is om vanuit het Rijk regie te voeren en te sturen op de ruimtelijke ordening en op gebiedsniveau door te pakken onderschrijft ook Minister Hugo de Jonge. “Nú pijnlijke keuzes maken is minder pijnlijk dan het uitstellen ervan en ze dan later toch moeten maken.” Nu keuzes maken helpt immers te anticiperen op keuzes die op termijn gemaakt moeten worden. Neem de woonopgave. “Elke bouwopgave kent een flinke aanlooptijd. Dan is het goed tijdig te weten waar je bouwlocaties wilt situeren,” aldus de minister.

Daarbij wordt nu met behulp van ontwerpend onderzoek gestudeerd op plekken die letterlijk een goede bodem bieden voor verstedelijking. Gebieden in het Noorden, Oosten en Zuiden van het land belanden dan in beeld. Dit zijn ook de plekken waar winst te behalen valt vanuit het oogpunt van het brede welvaartsdenken. Deze ontwikkelrichting kiezen heeft niet alleen gevolgen voor de beoogde locaties, maar ook voor de rest van het land.

Presentatie Gido ten Dolle over de MooiNL-Oogst.

Microscopische aandacht en het grote gebaar

Op het partnerevent werd ook een nieuwe RO-traditie gelanceerd: de Vitruvius Lezing. Ontwerper Petra Blaisse nam de allereerste lezing voor haar rekening. Zij hanteert een ontwerphouding die balanceert tussen microscopische aandacht, bijvoorbeeld voor alles wat leeft in de bodem, en het grote gebaar, neem het grafische lijnenspel dat het ontwerp van het stadspark Biblioteca degli Alberi in Milaan karakteriseert. Zo gaan het toevoegen van schoonheid en het werken aan de grote transitieopgaven hand in hand. Blaisse gaf de vakwereld bovendien een belangrijke notie mee. De tijd om vrijblijvend mooie ontwerpen te maken is voorbij. “Met alle maatschappelijke opgaven die spelen is ons werk niet meer zo onschuldig,” benadrukte ze. Met het verdwijnen van de onschuld is ook het metier van ontwerpen veranderd. “Het is nu steeds meer de taak van de ontwerper om condities te scheppen, waardoor mettertijd bijvoorbeeld een rijkere biodiversiteit kan ontstaan.” Neem de bodem, een behoorlijk onbekende, maar des te wonderlijke wereld, waarin Blaisse en haar collega’s van bureau Inside Outside vol passie en met behulp van kennis van ecologen of biologen ingedoken zijn. De bodem is basis van alles wat groeit en bloeit en ontwerpers dragen een verantwoordelijkheid om er zorgvuldig mee om te gaan. Maar hoe doe je dat als je niet weet wat erin leeft? Onbekend maakt onbemind. Beter kun je, net als Blaisse, kennis verzamelen over bijvoorbeeld de regenworm. Hoe helpt zo’n beestje de bodem gezond te houden? Als je de beestjes leert kennen, ga je van ze houden. Een voorwaarde om er goed voor te gaan zorgen.

De eerste Vitriviuslezing door Petra Blaisse.

Hogere standaards definiëren

Op het event vonden vier drukbezochte breakoutsessies plaats. Eén presenteerde de handreiking Energienetwerken. Deze gaat over de Ruimtelijke kwaliteit van de vormgeving van grote energienetwerken, de gebieden voor opwekking van zon- en windenergie en de locaties voor opwekking, transport, conversie en opslag. Een van de genodigde kritische gasten was Francis Schaefers, als landschapsarchitect werkzaam bij transmissienetbeheerder TenneT. Zijn organisatie heeft ruim 350 kilometer aan hoogspanningsmasten in beheer en is daarmee een grote landschapsmaker. Schaefers: “Nu werkt het bedrijf vaak vraag-gestuurd, vanuit nut en noodzaak. MooiNL biedt TenneT instrumenten om een hogere standaard te kunnen formuleren bij de uitvoer van noodzakelijke ingrepen.”

Francis Schaefers, landschapsarchitect werkzaam bij transmissienetbeheerder TenneT, op de spreekwoordelijke zeepkist.

Een tweede sessie ging over de toekomst van bedrijventerreinen. Hier voerden provincies, gemeenten, bedrijven, ontwikkelaars en ontwerpers een gesprek aan de hand van een maquette waarmee een serious game werd gespeeld. Een instrument om beter inzichtelijk te krijgen welke invloed ingrepen de landschapslaag, de netwerklaag, de occupatielaag en beleidslaag op elkaar hebben.

In de sessie Leefbare steden & regio’s ging het over de drie handelingsperspectieven: Groen en gezond leven in de stad, Naoorlogse woonwijken van de toekomst en Stedelijke knooppunten. Het doel van de sessie was het bepalen wat ervoor nodig is om aan de slag te gaan met de handreikingen. Het publiek, bestaande uit professionals van gemeenten, provincies en ontwerpbureaus, was actief betrokken. Ze stelden kritische vragen en dachten mee over de benodigde acties. Er werden randvoorwaarden genoemd om met de Ruimtelijke kwaliteit in deze drie perspectieven aan de slag te gaan, zoals het ontschotten van budgetten en het waarborgen van expertise en capaciteit bij gemeenten.

Ondertussen kreeg het publiek in de grote zaal de stel-dat verkenningen gepresenteerd. Ze helpen om in beeld te krijgen wat de logische plekken zijn om op het gebied van water en bodem, landbouw, natuur, energie, economie en verstedelijking eerste stappen te maken. “En,” benadrukte Rens Wijnakker van ontwerpbureau FABRICations, “ook wanneer welke keuze te maken. Zo kun je belangrijk te maken keuzes prioriteren. Ook maken de verkenningen zichtbaar in welke gebieden gelijkende vragen spelen. Dat biedt partijen vervolgens kansen om elkaar op te zoeken en kennis te delen en verder te brengen.

Tijdens de sessie van Grootschalige bedrijventerreinen voerden provincies, gemeenten, bedrijven, ontwikkelaars en ontwerpers een gesprek aan de hand van een maquette waarmee een serious game werd gespeeld.
Het doel van de sessie van Leefbare steden & regio's was het bepalen wat ervoor nodig is om aan de slag te gaan met de handreikingen.

Nieuwe zekerheden scheppen

Voor de aanwezigen van het event is het net zo evident als voor minister Hugo de Jonge. “Het kabinet is dan wel demissionair, maar de opgaven zijn urgent en kunnen niet wachten. Dat ruimtelijke ordening een flinke periode uit het zicht was van het rijk is eigenlijk ondenkbaar, want alle thema’s waaraan gewerkt wordt gaan over het borgen van de bestaanszekerheid van mensen. Hiervoor zijn legio voorbeelden te noemen: het oplossen van de woningnood, het zorgdragen voor voldoende gezond drinkwater, met nieuwe biobased bouwmaterialen bijdragen aan een bouwindustrie die veel minder vervuilend is dan nu, of het bieden van economische bestaanszekerheid aan boeren in de landbouwtransitie. Des te belangrijker is de opgave middels een maatschappelijke dialoog de kennis ook breder onder de maatschappij te delen.

“Regie vanuit het Rijk is daarbij essentieel,” benadrukte De Jonge: “Ons kleine land is als een waterbed van 4 miljoen hectare. Alles wat je wegdrukt, stulpt elders weer uit. Nederland wordt niet groter, maar wel drukker. Demografische groei, alle transities waar we middenin zitten, al onze antwoorden op een planeet in crisis, leggen een claim op de ruimte. De ruimte is schaars, voor je het weet ben je in Duitsland, we moeten het echt doen met de ruimte die we hebben.”

“Blijf echter wél over onze grenzen heen kijken,” adviseert landschapsarchitect en onderzoeker aan Wageningen University Michael van Buuren. “Vaak houden gepresenteerde kaartjes op bij de grens van Nederland. Maar wie water en bodem als sturend aanwijst, dient ook het gebied over de grenzen van Nederland in ogenschouw te nemen, zoals de rivierstelsels op Europees niveau of de zee. Water beweegt zich immers in een grensoverschrijdend systeem.”

Kennismaken

Van Buuren deed ook een oproep aan de vakwereld, en met name de wetenschap, om veel meer naar buiten te komen met kennis. “Kennismaken met elkaar is minstens zo belangrijk als kennis maken, want anderen kunnen kennis toepassen en verder brengen.”

Wethouder Arjan Spaans beaamde deze denkrichting: “Niet geld is de drijvende factor die ons als regio succesvol maakt, maar kennisdeling, elkaar dingen gunnen en altijd vanuit een positieve grondhouding.” Om dit voor elkaar te krijgen is opschaling en versnelling nodig. “In navolging van de steden Amsterdam, Amersfoort, Apeldoorn en Dordrecht gaat daarom nu ook Zwolle aan de slag met het landelijke Versnellingsteam Openbare Ruimte, met als doel alle kennis over integraal ontwerpen en uitvoeren in de openbare ruimte samen te brengen.”

Gijs van den Boomen, landschapsarchitect, stedenbouwkundige en directeur van Kuiper Compagnons pleitte voor de oprichting van een “Mooi Nederland-honk”, een werkplaats waar partners samen aan gelijkende opgaven kunnen werken. Dat zou de kennisuitwisseling kunnen versnellen.

Arjan Spaans, Wethouder Duurzame Stadsontwikkeling in Zwolle.

Op de zeepkist

Het kennismaken vond al volop plaats tijdens het partnerevent. Eén van de resultaten van het programma MooiNL is namelijk ook dat het bestaande netwerk steeds breder groeit. Daarbij sluiten steeds vaker mensen aan die vooroplopen in het toepasbaar maken van de Handelingsperspectieven. Aan hen de kans de spreekwoordelijke zeepkist te beklimmen, te reageren en aan te geven wat zij van het rijk en andere overheden aan stappen behoeven. Loraine Westerneng werkt als vezelboerin en als communicatieadviseur voor het programma Building Balance dat zelfstandige regionale en landelijke ketens – van land tot pand – initieert, stimuleert en ondersteunt. Wat heeft zij nodig om een keten van biobased bouwen van de grond te krijgen, op zo’n wijze dat alle betrokkenen er een goede boterham aan kunnen verdienen? Voor haar gaan de handreikingen helpen bij het beantwoorden van de vraag waar biobased verbouwen plek kan krijgen en waar dus ingezet moet worden op het regionaal bouwen aan productieketens. Beleid is nodig om potentiële afnemers te verleiden om biobased bouwproducten te gaan gebruiken, bijvoorbeeld ten aanzien van stimuleringsmaatregelen om de prijs te verlagen in de jaren dat de keten zich nog ontwikkelen moet. Tim Beckmann, CEO van logistiek vastgoedontwikkelaar Intospace benoemt de kansen om op bedrijventerreinen lokaal niveau energie op te wekken en efficiënt te benutten. “Keuzes bij het slim plannen en clusteren van bedrijven kunnen daarbij helpen.”

Loraine Westerneng, vezelboerin en communicatieadviseur voor het programma Building Balance.

Nieuwe urgente en actuele thema’s agenderen

Eind januari 2024 komen 8 concrete MooiNL-handreikingen op gebiedsniveau beschikbaar (zie ook PDF op deze pagina). Tijdens de wrap up werd duidelijk dat voor 2024 een aantal nieuwe urgente thema’s in beeld begint te raken. Zo denkt team MooiNL na over handreikingen voor ‘Nieuwe natuur en klein wonen’ en ‘Waterveiligheid en Ruimtelijke kwaliteit’. Randvoorwaarde voor een definitieve keuze van de thema’s, zo stelde Gido ten Dolle, is de bereidheid van partners om mee te investeren via tijd én geld. ‘Om echt goed aan de slag te gaan met Ruimtelijke kwaliteit hebben we jullie nodig. Laten we 2024 benutten om de stap te zetten van ontwerpkracht naar uitvoeringskracht.’

Bekijk hieronder de terugblik van het MooiNL partnerevent en de gehele MooiNL-oogst presentatie door Gido ten Dolle

Ontdek gerelateerde artikelen en kennis

Ruimtelijke kwaliteit

Vitruvius Lezing 2023 met Petra Blaisse

Op 7 december jongstleden vond tijdens het MooiNL-partnerevent de allereerste Vitruvius Lezing plaats. We hadden de eer en het genoegen dat ontwerper Petra Blaisse deze voor haar rekening nam. Vertrekpunt waren – logischerwijs - Vitruvius en zijn 3 principes: firmitas, utilitas, venustas, oftewel kracht, nut en schoonheid, drie sleutelwoorden die ook op vakken als stedenbouw, interieur- en landschapsarchitectuur betrekking hebben.

Lees verder