Ruimtelijke ordening

Ruimtelijke ordening is het proces waarbij met een groot aantal regels de leefruimte planmatig wordt benut en ingericht. Daarbij wordt rekening gehouden met individuele en gemeenschappelijke belangen. Kortweg: het zo goed mogelijk aan elkaar aanpassen van samenleving en ruimte. De wetenschapsgebieden die hierbij een rol spelen zijn planologie, landschapsarchitectuur en stedenbouw. Maar ook zaken als milieu en economie spelen een grote rol in de ruimtelijke ordening.

In het begin van de 20e eeuw waren de stedenbouwkundigen degenen die de stadsindeling bepaalden. In een democratischer wordende maatschappij werd meer inspraak door burgers, bedrijven en belangenorganisaties gewenst. Voor de Tweede Wereldoorlog is het begrip ‘ruimtelijke ordening’ in Centraal-Europa ontstaan. De bedoeling was om naast de steden ook het buitengebied planmatiger te ordenen. Daartoe werden van gebieden specifieke eigenschappen bepaald en functies toegekend. Bij de functietoekenning kregen de verschillende overheden een belangrijke rol maar kregen ook burgers en belangengroepen inspraak. Een en ander werd voor het eerst in ons land vastgelegd in 1962 in de Wet Ruimtelijke Ordening.

In de ruimtelijke ordening zijn verschillende benaderingen te onderscheiden. Een veelgebruikte benadering is de zogenoemde lagenbenadering. Hierbij wordt ruimte in drie lagen onderverdeeld: de occupatielaag, de netwerklaag en de ondergrond, met elk eigen eigenschappen en ontwikkelingssnelheden. Echt leidend voor alle huidige RO-plannen is evenwel ‘Water en bodem sturend’, zowel landelijk als op gebiedsniveau.

Tussen 1901 en 1965 – met een piek in 1941 (oprichting Rijksdienst voor het Nationale Plan) – ontwikkelde het Rijk centrale plannen. Tussen 1958 en 2001 verschenen die onder de noemer Nota ruimtelijke ordening. Het kabinet-Balkenende III brak met het centraal georganiseerde RO-beleid. Inmiddels wordt het belang van een centrale RO-visie weer algemeen erkend en is er een nieuwe Nota Ruimte in de maak.

In 2015 verscheen de Canon van de ruimtelijke ordening (CanonRO). Aan de hand van 35 iconen wordt belicht welke projecten, personen en plannen typerend zijn voor de inrichting van Nederland. Tezamen geven ze een overzicht van wat er tussen 1940 en 2015 met ruimtelijke ordening is bereikt. Van het Pieterpad via de Deltawerken tot Vinex.

De Rijksdienst voor het Nationale Plan was de eerste nationale instantie voor ruimtelijke ordening in Nederland. Ze was de directe voorganger van de Rijksplanologische Dienst (vanaf 1965), het directoraat-generaal Ruimte als onderdeel van het ministerie van VROM (vanaf 2002) en, tegenwoordig, het directoraat-generaal Ruimte en Water op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (vanaf 2011). De Rijksdienst voor het Nationale Plan werd in 1941 opgericht.